Verveelde militairen tussen hardlopers en toeristen in Washington: 'Wat een geld kost dit'
In dit artikel:
Militairen en federale opsporingsdiensten zijn de afgelopen dagen zichtbaar aanwezig in het hart van Washington DC en in enkele woonwijken. Op de National Mall, bij het Capitool, het Lincoln Memorial en voor Union Station staan gepantserde voertuigen, Hummers en een Swat-busje; soldaten patrouilleren tussen toeristen en joggers en poseren vaak op fotogenieke plekken. Veel bewoners vinden de inzet overdreven en zien het als een politiek schouwspel nadat president Trump een noodsituatie uitriep vanwege een vermeende criminaliteitsgolf.
Langslopende bewoners reageren geïrriteerd of verontwaardigd: enkelen benaderen de militairen met borden en kleinere protesten, anderen noemen hen pionnen in een politiek spel. Vrijwel alle getuigen benadrukken dat de Mall tot de veiligste delen van de stad behoort en dat echte veiligheidsproblemen vooral in specifieke buurten zitten — volgens bewoners eerder te maken met wapengeweld dan met het algemene straatbeeld dat in het Witte Huis wordt geschetst.
Naast de militaire aanwezigheid patrouilleren ook federale diensten zoals de FBI, DEA, Homeland Security en ICE in woonwijken en zetten ze controleposten op. Daarbij ligt de nadruk opvallend vaak op immigranten: The Wall Street Journal meldt dat iets minder dan de helft van de aanhoudingen bij checkpoints mensen met een migratieachtergrond betrof. Op sociale media circuleren schokkende beelden van heftige arrestaties, onder meer van een Venezolaanse maaltijdkoerier die met een taser en hardhandig werd afgevoerd, wat tot verontwaardiging en confrontaties in buurten als Columbia Heights leidde.
De voortdurende acties leiden tot frustratie over kosten en prioriteiten: straatverkopers — veelal latino’s — ontbreken, metro-ingangen tonen tweetalige informatie over rechten bij aanhouding, en buurtbewoners roepen dat de middelen beter aan structurele problemen besteed kunnen worden. De toon is er een van onbehagen: bewoners willen veiligheid, maar niet het gevoel dat hun stad wordt ingezet voor een politieke boodschap.