Versluis rekent af met oorlogszucht Rutte en Brekelmans
In dit artikel:
Jacob Versluis, 71-jarige veteraan en voormalig militair verpleegkundige, slaat in een recent interview hard terug tegen de hedendaagse pro-oorlogsretoriek in Nederland. Terwijl politieke en koninklijke leiders openlijk pleiten voor meer bewapening en ministeriële woordvoerders spreken over vaag omschreven ‘grijze zones’ tussen vrede en oorlog, vertelt Versluis wat hij wél met eigen ogen zag in conflictgebieden zoals Irak en voormalig Joegoslavië — en waarom die werkelijkheid haaks staat op het officiële narratief.
Zijn getuigenissen zijn indringend: hij beschrijft hoe hij stervende kinderen vasthield, een uitgemergelde baby zag bezwijken en een Koerdisch meisje getroffen zag worden door brandwonden door fosfor. Als verzorgende was hij ooggetuige van de menselijke tol van militaire operaties die in Den Haag vaak als ‘vredesmissies’ werden gepresenteerd. Die ervaringen hebben hem radicaal laten breken met het idee dat oorlog ooit heldendom kan zijn; zijn conclusie is ondubbelzinnig: oorlog is moord.
Versluis spaart politici niet: hij noemt leiders die volgens hem zonder wroeging mensen het gevaar in sturen, en hekelt het spektakel rond de promotie van militair vernuft door staatshoofden en ministers. Ook de rol van media en NATO-retoriek, die volgens hem de jeugd klaarmaakt voor nieuwe gevechten, krijgt scherpe kritiek. De waardering die hij ooit ontving — lintjes en officiële eerbetonen — kan volgens hem niet op tegen de morele schade die oorlog aanricht; zijn vertrouwen in Nederlandse instituties is ernstig geschaad.
Uiteindelijk heeft hij Nederland verlaten en is hij naar Thailand geëmigreerd, omdat hij de politieke werkelijkheid en het maatschappelijk klimaat niet meer kon verdragen. Zijn boodschap aan jonge Nederlanders is simpel en hard: denk goed na voordat je je laat oproepen; vraag wie er werkelijk baat heeft bij oorlog. Versluis’ verhaal fungeert als tegenstem in een publieke discussie die volgens hem te veel gelijkgestemde elites en te weinig kritische reflectie kent.