Verse sneeuw moet in Alpen tijdens kerstvakantie van sneeuwkanonnen komen

In dit artikel:

Alpenlanden kampten na een vroege, sneeuwwrijke periode eind november met een snelle omslag: hogere temperaturen en veel zon zorgen ervoor dat er nauwelijks verse sneeuw bijkomt en dat de laag van november op veel plaatsen alweer verdwenen is. Vooral aan de noordkant van de Alpen — denk aan het Zillertal en dorpen als Söll, Westendorf en Kirchberg — is het nu groen in de dalen en zijn de pistes smal en verarmd.

Door het ontbreken van nachtvorst in veel Oostenrijkse gebieden kunnen sneeuwkanonnen nauwelijks uitkomst bieden; de sneeuwgrens ligt veelal rond 2.000 meter en bestaande sneeuw verandert door de warmte snel in papperige massa, wat het risico op skiongevallen verlaagt noch — integendeel, het verhoogt het risico. In hooggelegen skigebieden zijn de nachten wél koud genoeg om kunstsneeuw te produceren, waardoor die gebieden minder last hebben van de zachte periode.

Vooruitzichten verschillen per regio. In de Franse en westelijke Italiaanse Alpen is de situatie iets gunstiger: lokaal kan dit weekend al verse sneeuw vallen en vorige week viel er op grote hoogte nog veel poeder (op sommige Italiaanse toppen bijna een halve meter). Vanaf Kerst trekt echter een droge koude luchtstroom vanuit Rusland over Europa; dat brengt lagere temperaturen en een dalende sneeuwgrens, maar weinig neerslag — in de dalen kan het wel gaan vriezen.

Concreet betekent dit dat wintersporters in Oostenrijk en Zwitserland waarschijnlijk langer op noemenswaardige sneeuw moeten wachten dan toeristen in delen van Frankrijk en Italië; het kan tot in januari duren voordat er weer structureel verse sneeuw valt. De ANWB waarschuwt intussen voor drukte op de wegen: vrijdag begint voor veel Nederlanders de kerstvakantie, met grote kans op files richting populaire skigebieden.