Veroordelingen voor Marumse zwembadmoord blijven in stand

In dit artikel:

De Hoge Raad heeft dinsdag de veroordelingen rond de Marumse zwembadmoord onherroepelijk bevestigd. Slachtoffer Jan Elzinga (40) werd op 10 juli 2012 doodgeschoten bij een zwembad in Marum (Groningen). Veroordeeld zijn de toenmalige vriendin van Elzinga, Monique H., haar broer Marcel H., hun moeder Jacoba van der L., en de man die het wapen leverde, Johan L.

Aanvankelijk werden Monique en Marcel in 2012 aangehouden maar hun zaken werden geseponeerd. In 2016 sloot een mededader, Willem P., in ruil voor strafvermindering een kroongetuigendeal en gaf hij aan dat de familie de moord had beraamd. Dat leidde tot nieuw onderzoek en hernieuwde vervolgingen in 2021. P. bekende later met bewijsmateriaal te hebben geknoeid, maar rechtbanken meenden dat er desondanks voldoende overig bewijs was.

In 2024 legde het gerechtshof de drie familieleden elk 14 jaar gevangenisstraf op voor medeplegen en uitlokking van moord; Johan L. kreeg zes jaar voor het leveren van het vuurwapen. Het hof oordeelde dat de deal met de kroongetuige onrechtmatig tot stand kwam omdat politie en OM zorgvuldiger hadden moeten handelen, maar stond voortzetting van de zaak toe. De verdediging betoogde dat het recht op een eerlijk proces was geschonden; de Hoge Raad wees die klachten af, waarmee de straffen definitief zijn.