Met geld smijtend Galatasaray aast op revanche tegen Ajax in Champions League
In dit artikel:
Vanavond speelt Ajax in de Johan Cruijff Arena tegen Galatasaray, een confrontatie die op papier een stuk lastiger oogt dan de uitkomst van vorig seizoen (2-1 voor Ajax) doet vermoeden. De Turkse topclub, geleid door Okan Buruk die terugkeert naar Amsterdam, heeft deze zomer diep in de buidel getast: ongeveer 150 miljoen euro aan aankopen, waarmee Galatasaray zich in de buurt van grootmachten als AC Milan, Real Madrid en Juventus plaatste.
De duurste aankoop is Victor Osimhen (75 miljoen euro), die eerder al op huurbasis uitblonk en met 37 doelpunten in 41 duels zijn prijsgekaart lijkt waar te maken; zijn jaarsalaris bedraagt circa 21 miljoen. Daarnaast haalde Galatasaray transfervrije wereldspelers als Leroy Sané en Ilkay Gündogan binnen. Ook Wilfried Singo (ongeveer 30 miljoen) en doelman Ugurcan Çakir (ruim 27 miljoen) behoren tot de zomerversterkingen, waarmee het clubrecord voor transfers in Turkije ruim werd bijgesteld (vorig record: 20 miljoen).
Sportief vertaalt zich dat in dominante cijfers: in de Süper Lig staat Galatasaray ongeslagen bovenaan met 29 punten uit 11 duels, en in de Champions League boekten ze overwinningen op onder meer Liverpool en Bodø/Glimt. Ajax daarentegen heeft nog geen punten in de groepsfase en staat voor een zware klus.
Ajax investeerde deze zomer bijna 50 miljoen euro in nieuwe spelers (onder anderen Gloukh, Itakura en Dolberg) maar slaagde de afgelopen seizoenen niet altijd in rendement op dure aankopen zoals Bergwijn en Bassey. Trainer John Heitinga geeft daarom steviger ruimte aan eigen jeugd (Youri Baas, Don-Angelo Konadu, Gerald Alders; 17‑jarige Emre Ünüvar stond recent voor het eerst op de bank), benadrukkend dat eigen opleiding zowel sportief als financieel vaak de meest duurzame weg is. Galatasarays kapitaalkracht en speelkwaliteit maken de ontmoeting vanavond echter tot een serieuze test voor het jonge Ajax.