Verkiezingsopkomst lager onder moslims, 'geen vertrouwen in politiek Den Haag'

In dit artikel:

De opkomst onder islamitische Nederlanders bij Tweede Kamerverkiezingen ligt al jaren fors lager dan gemiddeld — bij de vorige verkiezingen ongeveer twintig procentpunt minder. De precieze oorzaken zijn lastig kwantificeerbaar, maar veel betrokkenen wijzen naar het harde politieke klimaat en het gevoel van ondervertegenwoordiging in Den Haag.

In aanloop naar de huidige Kamerverkiezingen vindt vanavond in Den Haag het verkiezingsdebat "De Stem van Moslims" plaats. Deelnemende partijen zijn GroenLinks-PvdA, NSC, D66, SP, Denk, Partij voor de Dieren, Volt en Bij1. Organisator Esma Kendir ziet het debat als kans voor politici om helder te maken waar zij voor staan en zo kiezers te informeren over thema’s die moslims bezighouden, zoals moslimhaat en de situatie in Gaza.

Belangengroeperingen en partijleiders noemen de normalisering van anti-islamretoriek een belangrijke reden voor afstand tot de politiek. Mohammed Aknin van Moslim Empowerment Tilburg noemt voorbeelden van politiek beleid en voorstellen — zoals beperkingen op straatgebed, islamitische scholen, versterkte gebedsoproepen en ritueel slachten — die volgens hem vooral moslims treffen en het vertrouwen in instellingen ondermijnen. Stephan van Baarle (Denk) wijst op stigmatisering door sommige politici, en benadrukt tegelijk de positieve bijdragen van islamitische jongeren. GroenLinks-PvdA-leider Timmermans en CDA-leider Bontenbal roepen op te stoppen met verdeelzame taal; Bontenbal zegt dat misstanden moeten worden bestreden, maar niet op basis van etniciteit of geloof, en noemt ook arbeidsmarktdiscriminatie als aan te pakken oorzaak van uitsluiting.

Kendir en Aknin pleiten voor herstel van vertrouwen door onvoorwaardelijke deelname aan de samenleving en gelijke kansen. Tegelijk meent Timmermans dat de scherpe politieke toon sommige mensen juist kan aansporen wél te stemmen — omdat er nu veel op het spel zou staan.