Verkeersregelaars: niet te missen en onzichtbaar tegelijk
In dit artikel:
„Humor”, zegt verkeersregelaar Sandra van der Linden zonder aarzelen wanneer je vraagt wat het belangrijkste is in haar vak. Met grapjes probeert ze irritatie te sussen als automobilisten of fietsers de afzetting negeren, maar ze benadrukt dat ook houding essentieel is: wie nonchalant staat, wordt niet serieus genomen; wie zichzelf groter maakt, wint gehoor. Van der Linden (61) werkt sinds negen jaar als verkeersregelaar, is tijdelijk in Amsterdam gestationeerd en beschrijft de dienst als veel wachten — een uur lang niet meer dan een hand opsteken — afgewisseld met korte, geconcentreerde acties tijdens een ploeg van negen uur.
Fotograaf Perrine Philomeen legt verkeersregelaars vast in haar serie Ode aan de verkeersregelaar; ze wil „de tijdgeest vangen” en vreest dat het beroep, zoals dat van de caissière, mogelijk zal verdwijnen. Haar beelden zoeken naar menselijkheid achter het fluorescerende uniform: een panterelastiekje, een plukje blauw haar, een Vespa, of de vier witte vlechten van iemand als Sandra — details die laten zien dat regelgevers een eigen straatcultuur hebben, compleet met afzethekken, energiedrankjes en koffiebekers.
Het werk kent fysieke en sociale uitdagingen: agressie lijkt toe te nemen, Amsterdammers hebben volgens Sandra minder geduld en taxi’s negeren vaak voetgangers. Tegelijkertijd noemt ze het vak mooi vanwege de saamhorigheid en de tastbare resultaten: het coördineren van drukke bouwlocaties kan succesvolle, bijna trotse momenten opleveren — zoals het in twee dagen klaarleggen van een groot kruispunt bij Rotterdam‑Barendrecht.
De fotoserie en Sandra’s verhalen tonen een groep vaak over het hoofd gezien werknemers die praktische vaardigheden, humor en teamvermogen combineren om het verkeer veilig te houden, ondanks groeiende onverschilligheid en agressie op straat.