Verjongde Nederlands waterpoloteam strandt na strafworpen tegen Spanje op WK

In dit artikel:

Het Nederlands waterpoloteam is tijdens het WK in Singapore uitgeschakeld in de kwartfinales na een nederlaag tegen olympisch kampioen Spanje. Ondanks een moeizame start en een 3-7 achterstand vocht het team zich, mede dankzij zes doelpunten van topschutter Lieke Rogge, terug naar een 11-11 gelijkspel. De beslissing viel pas na de strafworpenreeks, waarin Spanje met 15-13 won. Bondscoach Evangelos Doudesis koos ervoor om met een verjongde ploeg aan het toernooi deel te nemen, waarbij hij de ervaren keeper Laura Aarts, die in het verleden werd geprezen als een van de beste keepers ter wereld, liet thuis ten gunste van Sarah Buis en Britt van den Dobbelsteen. Hoewel beide keepers goede momenten hadden, konden zij zich tijdens de strafworpenreeks niet meten met de Spaanse afmakers.

Onder leiding van Doudesis kende het team de afgelopen jaren aanzienlijke successen, waaronder WK-brons in 2022, WK-goud in 2023, Europees kampioenschapsgoud in 2024 en een olympisch brons in Parijs vorige zomer. Doudesis richt zich niet alleen op dit toernooi, maar benadrukt het belang van een duurzame opbouw voor de komende acht jaar met een brede groep van wereldklassespelers. Door de recente pensionering van ervaren speelsters als Iris Wolves en Brigitte Sleeking werd ruimte gemaakt voor jonge talenten als Pien Gorter, Noa de Vries, Marit van der Weijden en keeper Van den Dobbelsteen.

Keeper Laura Aarts uitte haar teleurstelling over haar afwezigheid tijdens het WK, maar erkent het belang van de verjongingsslag en het gebrek aan kansen die haar opvolgsters de afgelopen jaren kregen. Ze benadrukt haar vastberadenheid om terug te keren en zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van Los Angeles 2028. Ondanks het uitvalmoment blijft het team hopen op groei en succes in de komende jaren, met een focus op teamverbetering en het behouden van de topstatus in de wereldwaterpolo.