Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië erkennen Palestijnse staat

In dit artikel:

Het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië hebben zondag via berichten op X de Palestijnse staat erkend. Daarmee zijn het eerste G7-landen die deze stap zetten; ze voegen zich bij ongeveer 145 andere landen die al erkenning hebben gegeven. De aankondigingen komen vlak voor een VN-top die maandag begint, nadat ook meerdere Europese landen eerder hadden aangekondigd de Palestijnse staat te zullen erkennen.

Brits premier Keir Starmer zei in een videoboodschap dat de erkenning bedoeld is om de hoop op vrede en een tweestatenoplossing nieuw leven in te blazen. Australië’s premier Anthony Albanese noemde die tweestatenoplossing volgens de verklaring de enige weg naar duurzame veiligheid voor beide volkeren. Canada benadrukte dat de erkenning voortkomt uit de afnemende kansen op een geloofwaardige tweestatenoplossing en breekt met het eerdere beleid — en daarmee deels met de Verenigde Staten — dat erkenning alleen zou volgen na een vredesakkoord.

Starmer had in juli al aangekondigd dat hij in september wilde erkennen tenzij Israël een staakt‑het‑vuren zou instemmen; nu concludeert hij dat aan dat voorbehoud niet is voldaan. De aankondiging viel kort na het staatsbezoek van president Trump aan Londen; Starmer ontkende dat de timing daarvan verband hield met het bezoek, een onderwerp waarop hij en Trump het oneens zouden zijn.

De Canadese premier (in het artikel genoemd als Mark Carney) wees op het beleid van Israël om nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te bouwen en stelde dat die stappen de mogelijkheid van een Palestijnse staat ondermijnen. Hij verwees ook naar de zware humanitaire tol van de gevechten in Gaza als aanleiding voor erkenning en bood tegelijk medewerking aan om te werken aan een vreedzame toekomst voor zowel Palestina als Israël.