Verdachte mishandelen Vlaardings pleegmeisje (11): 'Eenzijdig beeld geschetst'
In dit artikel:
In een zaak rond het zwaar mishandelde pleegmeisje uit Vlaardingen verschenen pleegvader Johnny van den B. en medeverdachte Daisy W. voor het eerst in de rechtszaal. Van den B. zei spijt te hebben over wat er is gebeurd, maar klaagde ook dat er een eenzijdig beeld van de situatie ontstaat; W. wilde voorlopig niet reageren.
Het Openbaar Ministerie trok vrijdag de aanvankelijke verdenking in dat het toen tienjarige meisje van de trap zou zijn gegooid of geduwd. Onderzoek levert volgens het OM onvoldoende bewijs op om vast te stellen of de val een ongeluk was of opzettelijk, en wie dat dan gedaan zou hebben.
Wel blijven beide pleegouders verdacht van zware mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en het niet geven van voldoende zorg. Volgens het OM zouden zij het kind hard op de bovenbenen geslagen, aan meubels hebben vastgebonden, de mond met tape hebben afgeplakt en de deurklink van haar kamer hebben verwijderd; mogelijk zou zij in een elektrisch geladen kooi hebben gezeten. Ook andere pleegkinderen zouden ernstig zijn toegetakeld: een zusje kreeg haren afgeschoren en moest in een emmer met urine en ontlasting zitten, twee broertjes zouden zijn geslagen en met brandende sigaretten en een kruk zijn bekogeld en in een hondenhok zonder genoeg kleding of eten hebben verbleven.
Medische rapporten wijzen op forse neurologische schade bij het meisje; zij heeft intensieve zorg nodig, maar vertoont volgens experts ook verbeterslagen: ze gaat deels naar een revalidatiecentrum en zorgboerderij en kan zelfstandig lopen, wel met ongecoördineerde en houterige bewegingen.