Verbouwing kantoren tot woningen zakt fors terug: 'In binnensteden zijn de geschikte panden op'
In dit artikel:
Het omzetten van leegstaande kantoren, winkels en andere niet‑woonfuncties naar woningen neemt duidelijk af in Nederland. Waar zes jaar geleden nog zo’n 12.500 huizen via transformaties werden opgeleverd, komt dat aantal dit jaar uit op ongeveer 6.000. In 2023 waren er 7.900 transformatiewoningen (10 procent minder dan het jaar ervoor); in de eerste helft van 2024 kwamen er 2.900 bij tegenover 3.730 in dezelfde periode vorig jaar.
Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en marktpartijen is de voornaamste oorzaak dat geschikte panden schaars zijn geworden: de kantorenleegstand is teruggebracht tot 7,9 procent van de voorraad, het laagste niveau in 25 jaar. Veel leegstand betreft geen volledig leegstaande gebouwen maar losse, onbenutte verdiepingen of panden met nog lopende commerciële huurders, waardoor transformatie vaak geen haalbare optie is. De zogenoemde ‘laaghangende vruchten’ — makkelijk om te bouwen objecten — zijn grotendeels verwerkt, vooral in steden als Amsterdam, waar het aandeel transformaties daalde van 13 procent van het nationale totaal in 2023 naar 3 procent in 2024.
Ook locatieproblemen spelen mee: kantoorparken vragen vaak grootschalige herontwikkeling en bestuurlijke medewerking. Financiële haalbaarheid is een rem; subsidies en ontwikkelingsfondsen zoals die van SVn zijn vaak noodzakelijk om risicovolle projecten tóch mogelijk te maken. EIB waarschuwt dat transformatie niet de enige oplossing is en wijst op de blijvende rol van nieuwbouw.