Verantwoording journalistiek onderzoek botsende boodschappen in religieus onderwijs
In dit artikel:
Nieuwsuur onderzocht begin 2025 (schooljaar 2024-2025) hoe religieuze scholen in Nederland omgaan met democratische basiswaarden zoals gelijkheid, vrijheid en verdraagzaamheid. De aanleiding was een politieke discussie over weekendscholen — niet door de staat gefinancierde instellingen waar de Onderwijsinspectie geen toezicht op heeft — en zorgen over onder meer de invloed van salafisme en buitenlandse beïnvloeding. Tegelijk loopt er een wetsvoorstel van het ministerie van Onderwijs om inspectie te mogen inzetten bij vermoeden van aanzetten tot discriminatie of haat op zulke weekendscholen.
De redactie richtte zich vooral op twee groepen religieuze scholen die regelmatig in het maatschappelijk debat opduiken: reformatorische basisscholen en middelbare scholen (168 scholen, circa 60.000 leerlingen) en islamitische scholen (rond 80 scholen begin 2025, zo’n 22.000 leerlingen en recent in aantal groeiend). Deze keuze volgt uit bezorgdheid dat in strikt-gelovige onderwijsomgevingen religieuze regels en traditionele rolpatronen kunnen botsen met verplicht te bevorderen waarden als gelijkheid tussen mannen en vrouwen en non-discriminatie.
Het onderzoek was kwalitatief en niet-representatief. Nieuwsuur onderzocht het schoolbeleid aan de hand van openbare bronnen: schoolgidsen, websites en social media, lesmethodes en (lees)boeken, gastlessen van externe organisaties en openbare religieuze lezingen op platforms als YouTube. Daarnaast voerde de redactie tientallen gesprekken met bestuurders, directeuren en docenten en raadpleegde experts op het gebied van pedagogiek, onderwijsrecht en religiewetenschappen. Het doel was niet om opinies van leerlingen of ouders te meten, maar om te kijken of en hoe scholen in hun beleid en praktijk omgaan met spanningen tussen religieuze opvattingen en democratische waarden.
Nieuwsuur vond voorbeelden waarin religieuze principes lijken te conflicteren met die basiswaarden en legde die bevindingen voor aan betrokken schoolbesturen en deskundigen. Reformatorische schoolleiders waren wel bereid tot gesprekken, maar weigerden later camera-interviews; citaten uit eerdere gesprekken werden met toestemming gebruikt. Islamitische schoolleiders waren aanvankelijk terughoudend en gaven geen citeerbare interviews, wel kwamen schriftelijke reacties binnen. De redactie gebruikte bovendien fragmenten van openbare lezingen van godsdienstdocenten; de namen worden niet genoemd, beelden niet getoond, maar de audio is hoorbaar omdat intonatie betekenis toevoegt.
De verantwoording benadrukt de spanning tussen twee grondrechten: de verplichting van scholen om democratische waarden te bevorderen en de vrijheid van onderwijs (artikel 23), die ouders en religieuze gemeenschappen het recht geeft eigen onderwijs op te richten. Ook wijst Nieuwsuur op bredere problemen: discriminatie en pesten komen voor in alle schoolsoorten, en recente berichtgeving laat zien dat de Onderwijsinspectie minder vaak in de klas aanwezig was dan Kamerleden aannamen.