Veilige Troonrede van gekortwiekt kabinet
In dit artikel:
Koning Willem-Alexander las op Prinsjesdag een korte Troonrede voor waarmee het demissionaire kabinet-Schoof het parlementaire jaar opende. De tekst was veel beknopter dan vorig jaar (1.797 tegenover 2.598 woorden) en bevatte weinig nieuwe beleidslijnen, iets wat past bij een kabinet dat geen volle bevoegdheid meer heeft.
Volgens Hansko Broeksteeg (hoogleraar aan de Radboud Universiteit) zaten er wel duidelijke, politiek belangrijke keuzes in: de forse verhoging van de defensie-uitgaven en de bijbehorende bezuinigingen op andere terreinen. Die voorstellen lijkt het kabinet bewust te presenteren omdat het rekent op een Kamermeerderheid; „Het zou natuurlijk een fiasco zijn als de begroting wordt weggestemd,” aldus Broeksteeg. Met slechts 32 van de 150 zetels is steun in de Tweede Kamer echter geen vanzelfsprekendheid en moet het kabinet steeds eerst haar rekenwerk doen.
Op veel dossiers bleef de Troonrede vaag: migratie werd benoemd zonder nieuwe maatregelen en het terugdraaien van het stikstofbeleid kreeg geen concrete invulling. Wel nieuw in de aandacht: femicide — de moord op vrouwen — als onderwerp, vooral ingegeven door recente gebeurtenissen en politiek weinig beladen. Grote onderwerpen zoals het al dan niet afschaffen van de hypotheekrenteaftrek zijn uitgesteld tot na de kabinetsformatie.
Ook viel op dat de koning in zijn tekst waarschuwde voor maatschappelijke en politieke tegenstellingen; Broeksteeg merkt op dat de koning wel eigen accenten kan leggen, maar dat die uiteindelijke onder ministeriële verantwoordelijkheid vallen.