Veendam gooit het roer van jeugdhulp compleet om en boekt indrukwekkende successen | Dit vindt de hoofdredactie
In dit artikel:
Sinds de decentralisatie van jeugdhulp in 2015 naar gemeenten ontstonden grote wachtlijsten en kostenstijgingen, mede door een sterke toename van commerciële zorgaanbieders. In veel plaatsen melden steeds meer gezinnen zich met uiteenlopende problemen, van ernstige hulpvragen tot zaken die met enkele gesprekken opgelost kunnen worden.
Veendam koos onder PvdA-wethouder Ans Grimbergen bewust een andere koers. In plaats van laagdrempelige triage door minder geschoolde medewerkers laat de gemeente eerst een wetenschappelijk opgeleide professional de situatie beoordelen. Vervolgens wordt het hulptraject op basis van dat advies ingericht en verloopt de uitvoering grotendeels via één lokale aanbieder: jep. Die organisatie werkt met hoogopgeleide medewerkers die in enkele gesprekken lichte en zware problematiek van elkaar scheiden en direct eenvoudige gevallen afhandelen.
De resultaten zijn scherp: wachtlijsten zijn praktisch verdwenen, schooluitval en crisissituaties nemen af en de kosten dalen fors. Volgens jep-directeur Maarten Wetterauw wordt nu de helft van de hulpvragen voor gemiddeld ongeveer €600 afgehandeld; twee jaar geleden was de goedkoopste behandeling nog circa €1.500. Het totaalbedrag ligt inmiddels onder het niveau van enkele jaren terug.
Veendam laat met deze aanpak zien dat meer centralisatie van expertise en vroegtijdige professionele beoordeling zowel effectiever als goedkoper kan zijn dan de door marktwerking ontstane versnippering (in sommige regio’s groeide het aantal aanbieders van 30 naar 220). Of de methode schaalbaar is en hoe andere gemeenten bestuurlijke, inkoop- en personele obstakels moeten overwinnen om dit te kopiëren, vraagt nog nadere afwegingen. Desondanks wordt de Veendammer werkwijze in Groningen en Drenthe als aansprekend voorbeeld gepresenteerd.