Veel ontvangers wachtgeld door stoelendans in kabinet-Schoof: zoveel vangen vertrokken bewindspersonen

In dit artikel:

Door een laatste reeks wisselingen in het demissionaire kabinet‑Schoof, veroorzaakt door het vertrek van meerdere NSC‑bewindspersonen, is het kabinet weer compleet gemaakt, maar het aantal uitgetreden ministers en staatssecretarissen is daarmee uitzonderlijk hoog. Daardoor neemt ook de potentiële rekening voor wachtgeld — de tijdelijke uitkering voor vertrokken bewindslieden — flink toe. Het oorspronkelijke artikel beantwoordt vijf kernvragen over die kostenpost: wie recht heeft op wachtgeld, hoe de hoogte wordt berekend, hoe lang uitkeringen doorlopen, waarom deze ronde uitzonderlijk duur kan uitpakken en welke mogelijkheden er zijn om de uitgaven te beperken.

Belangrijkste punten:
- Wie en wat: voormalige ministers en staatssecretarissen komen in aanmerking voor wachtgeld zodra zij hun functie verlaten en niet direct ander betaald werk vinden.
- Wanneer en waar: de recente toestroom van vertrekkende bewindslieden betreft de periode rond de samenstelling van kabinet‑Schoof en geldt voor Nederland.
- Waarom de kosten stijgen: het unieke aantal ontslagen en verschuivingen betekent dat meer mensen aanspraak maken op uitkeringen, waardoor de totale uitgaven hoger uitvallen dan bij een normale wisseling van kabinet.
- Duur en omvang: de hoogte en looptijd van wachtgeld hangen samen met regels en individuele omstandigheden (zoals leeftijd en pensioenopbouw), waardoor de uiteindelijke kosten per persoon variëren.
- Beheersing van de rekening: er bestaan beleidsopties en politieke discussies om de regeling aan te passen of strikter toe te passen om toekomstige lasten te beperken.

Kortom: de stoelencarrousel rond kabinet‑Schoof heeft geleid tot een recordaantal vertrekkende bewindslieden en daarmee een onverwacht hoge wachtgeld‑factuur voor de overheid. De exacte financiële impact hangt af van individuele gevallen en eventuele beleidsaanpassingen die worden besproken om de uitgaven in te dammen.