Van PVV naar D66, van NSC naar CDA: de kiezer was deze week flink op drift

zaterdag, 1 november 2025 (07:16) - NOS Nieuws

In dit artikel:

De Nederlandse kieskaart na de Tweede Kamerverkiezingen toont een versnipperd beeld: hoewel PVV veel gemeenten won en op de kaart breed zichtbaar is, blijkt bevolkingsgewogen dat D66 landelijk vergelijkbaar groot is. Vier kaarten en grafieken in het oorspronkelijke artikel leggen deze verschuivingen bloot en maken duidelijk dat massale wisselingen van kiezers de uitslag bepaalden.

Wie: D66, PVV, NSC, BBB en CDA zijn de grote bewegingmakers. Wat: D66 boekte de grootste zetelstijging (+17, mogelijk +18) en trok stemmen zowel van links als van rechts; volgens Ipsos I&O kwam ongeveer 7% van de huidige D66-stemmers twee jaar geleden nog uit de PVV-hoek. PVV bleef in veel kleine gemeenten de grootste, maar verloor terrein als je naar inwoneraantallen kijkt. NSC (Nieuwe Sociale Krediet/ Nieuwe Sociale Contract — de partij rond Pieter Omtzigt) verdween vrijwel volledig uit de Kamer en verloor alle 20 zetels; slechts 2% van zijn kiezers bleef trouw. BBB verloor ook veel oude aanhang; maar door nieuwe instroom bleef het zetelaantal relatief beperkt teruglopen (van 7 naar 4). Het CDA kende onder Henri Bontenbal een flinke opleving (van 5 naar 19 zetels), deels dankzij overstappers uit NSC.

Waar en wanneer: de verschuivingen speelden zich dinsdag/woensdag af bij de meest recente Tweede Kamerverkiezingen en zijn zichtbaar op gemeentelijke schaal — steden kleuren vaker D66, terwijl veel plattelandsgemeenten PVV tonen.

Waarom: politicologen spreken van grote electorale volatiliteit — kiezers wisselen massaal van partij. NSC’s ineenstorting toont hoe snel nieuw succes kan verdampen. BBB verloor veel kiezers door koerswijzigingen richting PVV en mogelijk onvrede over regeringsdeelname (kabinet-Schoof); bij BBB-lek stroomde een groot deel van de vorige achterban zelfs niet meer naar de stembus (ongeveer 20%). D66 profiteerde omdat het kiezers uit uiteenlopende groepen aantrok, ook uit traditionele VVD-gebieden in de stadsrand en van voormalige PVV-stemmers. Het CDA’s herstel lijkt deels tijdelijk: in sommige gemeenten is de partij weer grootste, maar ver weg van vroegere absolute meerderheden en met een deel van de oude achterban dat kennelijk permanent naar populistische partijen doorsijpelt.

Kortom: de uitslag laat een gefragmenteerd electoraat zien, met grote verschuivingen tussen partijen, hoge uitstroom bij nieuwe bewegingen en een hergroepering waarbij zowel centrum- als radicaal-rechtse stromingen terrein wonnen afhankelijk van regio en bevolkingssamenstelling.