Van pandan mochi-cake tot Turkse baklava en Duitse kwarktaart: Amsterdam is walhalla voor zoetekauwen

maandag, 22 september 2025 (14:17) - Het Parool

In dit artikel:

Amsterdam presenteert zich als een snoepstad: op elke straathoek ligt zoetigheid te lonken, van betaalbare Hema-taarten tot verfijnde patisserie. Chefs Joris Bijdendijk en Samuel Levie slaan de toeristische Nutella- en stroopwafelzaken over en speuren naar de échte suikerparels van de hoofdstad. Wat opvalt is dat taart hier niet louter voor bijzondere gelegenheden is; verjaardagen, kleine overwinningen en zelfs de gewone woensdag worden gevierd met slagroom en bladerdeeg. De toegankelijkheid van zoet heeft het consumptiepatroon veranderd: luxe werd al vroeg democratisch, soms ten koste van voedingskwaliteit.

De huidige overdaad aan uniforme snoepwinkels riep al gemeentelijke reacties op — denk aan een verbod op nieuwe Nutellazaken — maar dat publieke debat negeert vaak het ambacht. Historische wortels tonen waarom Amsterdam zo’n voedingsbodem is voor zoet: al in 1611 stichtte suikerbakker Hans Pelt een raffinaderij bij het Rokin. De raffinage van ruwe suiker uit de koloniën en de komst van vakbekwame bakkers uit de Zuidelijke Nederlanden maakten de stad eeuwen geleden al tot een centrum van suikerwerk en patisserie, met uitbundig versierde pronkstukken in etalages.

De zoettocht door Amsterdam laat zien dat die traditie levend is en divers. Bezocht worden familiebedrijven, éénpitter-patissiers en etnische bakkerijen die samen het smaaklandschap vormen:

- Kwekkeboom (familiebedrijf sinds de jaren dertig) toont de klassieke kant van Amsterdamse banketkunst. In het filiaal in Oostpoort is het slagroomgebak nog altijd een bestseller; een tompouce blijft een geliefde, traditionele start van de dag.

- l’Abeille van Laura Vervoort brengt Franse techniek en precisie naar de Dapperstraat. Haar citroen-meringuetaartje met crémeux en knapperige bodem is exemplarisch voor patisserie op fijn niveau; Vervoort ziet een huidige focus op viennoiserie — gelaagde croissants en soortgelijke deegwaren.

- Linnick (Nick van Doorn, ex-Holtkamp) bevestigt die verschuiving: croissants worden steeds vaker tot (luxueus) gebak verheven.

- Salvo Bake House in de Frederik Hendrikbuurt illustreert hoe hypes werken: zijn pistache-chocoladekoek werd op Instagram groot en voedde een bredere pistachegolf, na jaren van karamel-zeezoutdominantie.

- Rahmouni in Bos en Lommer toont dat Amsterdamse patisserie veel meer is dan Franse taartjes: Marokkaanse koekjes zoals tronco en cornes de gazelles zijn minder zoet en verfijnen het aanbod.

- Şerifoğlu bij Plein ’40-’45 is een instituut voor Turkse baklava; klassiek met pistache en suikersiroop, naast moderne varianten — een voorbeeld van hoe etnische tradities blijvend bijdragen aan de stadsvariatie.

- Bettina Bakt (Duitse konditoreitraditie) houdt vast aan biologische ingrediënten en toegankelijkheid voor mensen met allergieën; haar kwarktaart is lichter dan de vaak zwaardere cheesecakes elders.

- Britton’s Bakery (Noord-Amerikaans geïnspireerd) specialiseert zich in bananenbroden en cinnamon buns; Heather Britton signaleert dat trends snel wisselen: van volumineuze taarten naar cinnamon buns, naar nu weer plaattaarten en andere vormen.

- Holtkamp, patisserienestor, toont continuïteit en innovatie. Sinds de opening ruim zestig jaar geleden is kwaliteit overal beter geworden. Holtkamp signaleert ook een duidelijke verandering in zoetheid: suikergebruik neemt af — van 200 gram per liter room naar rond 100 gram, met nog lagere normen in zicht.

Door de dag heen wordt duidelijk dat Amsterdam een rijk, cultureel gemengd patisserielandschap huisvest waarin vakmanschap en recepten elkaar beïnvloeden. Trends — pistache, viennoiserie, pandan-mochi, cinnamon buns, plaattaarten — wisselen elkaar af, maar naast hypes bloeien kleine ambachtelijke makers die zonder rijen uitstekende producten aanbieden. Er is bovendien meer aandacht voor duurzaamheid, biologische ingrediënten en allergievriendelijke opties.

Tot slot wijst de reportage op een kritisch historisch kader: de suikerindustrie in Amsterdam is onlosmakelijk verbonden met koloniale productie en slavernij, iets dat de zoete traditie beladen maakt. Toch is de hedendaagse conclusie positief: de Amsterdamse patisserie is springlevend, divers en technischer dan ooit, en moveert langzaam richting minder zoet — een toekomst met veel variatie en verfijning.