Van Palantir tot Caterpillar: Belgische banken blijven miljoenen investeren in bedrijven gelinkt aan Israëlische bezetting en geweld in Gaza
In dit artikel:
Belgische en andere Europese banken blijven volgens het jaarlijkse onderzoek van het DBIO‑collectief (11.11.11, Fairfin en tientallen ngo’s) miljoenen investeren in bedrijven die gelinkt zijn aan de Israëlische bezetting en het geweld in Gaza. Het vijfde rapport van Don’t Buy Into Occupation, gebaseerd op een uitgebreide bedrijfslijst van de VN en een financiële analyse door onderzoeksbureau Profundo, breidt de scope uit van vorig jaar (van 62 naar 104 bedrijven) en koppelt investeringsrelaties aan activiteiten die de bezetting en het door VN‑instanties als genocide bestempelde geweld in stand houden.
Centraal in de nieuwe bevindingen staat de aanwezigheid van Amerikaanse tech‑ en defensiebedrijven in de portefeuilles van Belgische banken. Palantir — een datatechnologiebedrijf dat software levert waarmee onder meer automatisch doelen kan worden geïdentificeerd — blijkt aanzienlijke posities te hebben bij meerdere banken: volgens het rapport heeft BNP Paribas voor 490 miljoen dollar aan aandelen en obligaties in Palantir, ING 123 miljoen, KBC 62 miljoen en Argenta 30 miljoen. Exacte inzet van Palantir‑technologie in Gaza is niet onomstotelijk aangetoond, maar de firma wordt door mensenrechtenorganisaties en een VN‑rapport als strategische partner van het Israëlische leger genoemd en ligt politiek en ethisch gevoelig.
Andere terugkerende namen zijn Motorola (surveillance‑apparatuur), Caterpillar (bouwmachines en bulldozers die bij sloopoperaties worden ingezet) en Elbit Systems (Israëlisch defensiebedrijf). Het rapport meldt onder meer beleggingen in Motorola bij BNP Paribas (131 miljoen dollar), ING (56 miljoen) en KBC (29 miljoen); posities in Caterpillar bij BNP Paribas (275 miljoen), KBC (61 miljoen) en ING (28 miljoen); en voor het eerst aankopen van Elbit‑papier door KBC Asset Management ter waarde van circa 1 miljoen dollar.
Methodologie: DBIO werkt in twee stappen — eerst een bedrijfsselectie op basis van de VN‑databank en VN‑criteria, daarna een financiële mapping via Profundo met databanken als Refinitiv en Bloomberg om leningen, aandelen en obligaties te traceren. De coalitie benadrukt dat investeringen de bedrijven als geheel ondersteunen; ook wanneer activiteiten buiten de bezette gebieden plaatsvinden, verbindt kapitaalverschaffing investeerders aan alle bedrijfsactiviteiten die de bezetting mogelijk maken.
Het rapport haalt ook voorbeelden van desinvestering aan om te tonen dat uitsluiting mogelijk is: het Nederlandse pensioenfonds ABP verkocht in recente maanden belangen in meerdere betrokken bedrijven; Noorwegen trok meer dan 2 miljard euro terug uit Caterpillar; en in België plaatsten Degroof Petercam en Triodos Caterpillar op de zwarte lijst voor nieuwe investeringen. Argenta stopte naar aanleiding van overleg met 11.11.11 en Fairfin met posities in Motorola, Volvo en Heidelberg Materials.
DBIO roept België op nationale wetgeving te maken die banken verbiedt te investeren in bedrijven die bijdragen aan de bezetting, en wijst naar het advies van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) dat derde staten verplicht handel en investeringen te verbieden die de bezetting ondersteunen. De coalitie noemt desinvesteren zowel mogelijk als doeltreffend en pleit voor uitvoering van internationale juridische uitspraken.
Reacties van banken: BNP Paribas ontkent betrokkenheid bij activiteiten in de bezette gebieden en bestrijdt de gehanteerde methodologie. ING zegt uitgebreide controlemiddelen te gebruiken, waaronder de VN‑databank, en stelt geen aanwijzingen te hebben dat haar financiering nederzettingen of militaire operaties ondersteunt. Argenta benadrukt ethisch en transparant beleid en wijst op eerder verkochte posities.
Het rapport benadrukt het groeiende internationale debat rond de morele en juridische verantwoordelijkheid van investeerders en concludeert dat, terwijl sommige instellingen al stappen zetten, andere banken nog achterlopen bij een internationale trend richting strengere uitsluitingspraktijken.