Van Gogh Museum steggelt met overheid over financiering renovatie

In dit artikel:

Emilie Gordenker, directeur van het Van Gogh Museum, waarschuwt in een interview met The New York Times voor een acuut begrotingsconflict met de Nederlandse staat over groot onderhoud van het Amsterdamse museum. De geplande renovatie kost naar schatting 104 miljoen euro; het museum zegt dat de jaarlijkse rijksbijdrage van 8,5 miljoen naar 11 miljoen moet om de operatie en de daaropvolgende jaren te dekken. Omdat de Staat die verhoging weigert, loopt het museum volgens Gordenker tegen een structureel tekort van ongeveer 2,5 miljoen per jaar aan.

Het gebouw, geopend in 1973 en intensief bezocht (voor corona ruim 2 miljoen bezoekers per jaar; vorig jaar circa 1,8 miljoen), verkeert in slechte bouwkundige staat: installaties moeten worden vernieuwd en er moet worden voldaan aan moderne duurzaamheidseisen. Het onderhoud staat gepland voor 2028 en zou drie jaar duren; het museum stelt dat zonder die werkzaamheden de veiligheid van collectie, bezoekers en personeel niet langer gegarandeerd kan worden — en dat sluiting dan misschien onafwendbaar is.

Achter het geschil ligt een historische afspraak uit 1962, toen de neef van Vincent van Gogh (bijnaam ‘de ingenieur’) de collectie overdroeg aan een stichting en de Staat zich verplichtte een museum te bouwen en te behouden waarin de verzameling bij elkaar blijft. Het Van Gogh Museum benadrukt dat het voor circa 85% op eigen inkomsten draait, veel meer dan andere publieke musea, en drukt zo de urgentie van een oplossing voor het tekort.