Van Gogh hoopt van de Roulins archetypes te maken
In dit artikel:
In het Van Gogh Museum in Amsterdam is een kleine tentoonstelling te zien met zo’n dertig werken van Vincent van Gogh, waaronder La berceuse en De opwekking van Lazarus. Het toont vooral de reeks portretten van het gezin Roulin — vader Joseph, moeder Augustine, de zonen Armand en Camille en pasgeboren dochter Marcelle — waarvan veertien exemplaren bijeen zijn gebracht.
De expositie nodigt uit tot vergelijken: doordat Van Gogh hetzelfde model herhaaldelijk afbeeldde en soms meerdere versies van één portret maakte, wordt zijn werkwijze en kleurkeuze zichtbaar. Variaties zoals de steeds anders geschilderde jas van zoon Armand illustreren hoe kleur bij Van Gogh losstaat van directe nabootsing en meer doordringt tot vorm en expressie — een idee dat eerder ook door critici en dichters als Ezra Pound werd opgemerkt toen zij begin twintigste eeuw de postimpressionisten introduceerden.
Van Gogh ontmoette de Roulins in Arles, waar Joseph als postbode werkte; zijn portretten maken van hen zowel herkenbare personen als bijna archetypische figuren. In één van de laatste afbeeldingen van Joseph wordt die verschuiving het duidelijkst: door de compositie en een abstracte, bloemrijke achtergrond krijgt hij een haast heilige uitstraling, met een mild, lichtgevend gezicht dat los lijkt te staan van een concrete omgeving. De tentoonstelling legt daarmee de nadruk op Van Goghs zoektocht naar emotie en vorm via kleur.