Van de Iraanse revolutie tot de Vietcong en Hugo Chavez: 'Links is onfortuinlijk in het kiezen van vrienden'
In dit artikel:
Job van Amerongen, politicoloog en publicist, bekritiseert in zijn analyse het links politiek spectrum vanwege een herhaald onvermogen om de juiste bondgenoten te kiezen in internationale conflicten. Hij benadrukt dat links vaak voorbijgaat aan het cruciale principe van vrijheid en dat mensenrechten onvoldoende centraal staan in het buitenlandse beleid. Historische voorbeelden illustreren deze tendens: in 1975 glossade een delegatie onder leiding van Ien van den Heuvel het totalitaire karakter van de DDR, met slechts terughoudende kritiek vanuit binnen de PvdA. Latere situaties tonen vergelijkbare verkeerde inschattingen, zoals de steun van links aan de Sandinistische revolutie in Nicaragua, waar grootschalige mensenrechtenschendingen plaatsvonden, en aan de regimes van Hugo Chavez en Nicolás Maduro in Venezuela, die werden gekenmerkt door onderdrukking en fraude. Ook de aanvankelijke sympathie voor de Iraanse Revolutie verdween slechts langzaam, deels omdat kritiek op de politieke islam binnen links vaak wordt gezien als gevaarlijk nationalistisch of rechts, wat een kritische beoordeling van theocratieën belemmert.
Van Amerongen wijst op de problematische neiging binnen links om dictatorschappen te vergoelijken door te veronderstellen dat ze ‘iets moois, goeds en verhevens’ bieden, waardoor het eigen ideologische ideaal prevaleert boven een realistische waardering van onderdrukking. Religiekritiek wordt binnen linkse kringen soms verkeerd geïnterpreteerd als xenofobie, wat de open discussie over politieke islam bemoeilijkt. Hij sluit af met de stelling dat in welk regime ook fundamentele rechten worden geschonden, links of rechts daarbij nauwelijks relevant zou moeten zijn; het belang van vrijheid en mensenrechten moet leidend blijven. Hiermee roept Van Amerongen op tot meer eerlijkheid en zelfreflectie in links buitenlands beleid, vooral in tijden van internationale spanningen.