Van christelijk kompas naar woke dwaallicht: de teloorgang van de ChristenUnie
In dit artikel:
Kars Veling, de eerste leider van de ChristenUnie en medeoprichter van de partij met wortels in het GPV en RPF, is op 77‑jarige leeftijd overleden. In het gepubliceerde opiniestuk worden de warme reacties op zijn overlijden erkend, maar de schrijver gebruikt zijn dood als aanleiding om een harde rekensom te maken: volgens het stuk markeert Veling’s vertrek ook het symbolische einde van de partij zoals hij die meebouwde.
De kernbeschuldiging is dat de ChristenUnie in 2025 niet meer dezelfde partij is: waar Veling ooit stond voor een principieel-christelijke signatuur, zou de partij nu sterk zijn afgedwaald naar een progressieve, politiek correcte koers. Namen van actuele bestuursleden—onder wie Mirjam Bikker en voorganger Gert‑Jan Segers—worden genoemd als verantwoordelijk voor die koerswijziging. De auteur verwijt hen nauwe samenwerking met linkse partijen en het volgen van beleid dat volgens het stuk botst met traditionele bijbelse normen.
Concrete beleidsterreinen waar de schrijver de partij kritiek op geeft zijn klimaatwetgeving (bepleit als financieel belastend voor gezinnen), migratiebeleid (gekoppeld aan toegenomen overlast en criminaliteit) en Europese integratie (gezien als aantasting van nationale soevereiniteit). Ook maatschappelijke thema’s als transgenderbeleid in het onderwijs en verwijzingen naar zorg voor genderdiverse kinderen worden aangehaald als voorbeelden waarop de ChristenUnie volgens het artikel ‘meeloopt’ met een seculier establishment. Bijbelteksten worden, zo stelt de schrijver, nog slechts gebruikt als morele legitimatie voor progressieve beleidskeuzes die van elders lijken te komen.
Het stuk beschuldigt de partij verder van het ruilen van overtuiging voor politieke acceptatie en mediagewinn; de christelijke achterban zou daardoor structureel over het hoofd worden gezien. De conclusie van de auteur is weinig mals: Veling mag rusten, maar zijn politieke nalatenschap zou door opvolgers zijn verraden en de ChristenUnie zou daarmee wezenlijk “geestelijk dood” zijn.
Korter historisch kader: de ChristenUnie ontstond uit samenvoeging van GPV en RPF en werd lange tijd gezien als een kleine, maar uitgesproken christelijke partij — een positie die volgens de opiniërende schrijver in de loop van de jaren verdwenen is.