Vakbond verkoos geld boven achterban - onder druk van oud-VVD-minister
In dit artikel:
Op 24 november 2021 stuurde Ard van der Steur, voorzitter van werkgeversvereniging Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB) en voormalig minister van Justitie, een brief aan Reinier Castelein, voorzitter van vakbond De Unie. Van der Steur eiste dat De Unie zich binnen zes dagen terugtrok uit een kort daarvoor bereikte cao met de kleinere werkgeversvereniging VBe NL voor circa 5.000 beveiligingsmedewerkers, en koppelde daaraan de dreiging van financiële gevolgen via het Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen Particuliere Beveiliging (FBA PB). Het fonds, gevuld door NVB-werkgevers, keert reguliere bijdragen uit aan vakbonden voor cao-activiteiten. De Unie zou bij verlies van die bijdragen jaarlijks enkele tonnen mislopen; volgens betrokkenen ging het om ongeveer €200.000 per jaar. VBe NL betaalde De Unie slechts ongeveer €40.000 per jaar.
Acht weken eerder hadden De Unie en VBe NL een onderhandelingsresultaat bereikt voor de cao ‘Veiligheidsdomein’, die arbeidsvoorwaarden regelde voor onder anderen verkeersregelaars, suppoosten en hondengeleiders. Tegelijkertijd had De Unie samen met FNV en CNV een andere, door de NVB gesteunde cao (‘Particuliere Beveiliging’) getekend die algemeen verbindend was verklaard. Sinds 2019 gold voor VBe NL en De Unie echter een dispensatie: zij mochten een eigen cao hanteren doordat horeca- en evenementenbeveiliging andere eisen stelt dan bijvoorbeeld beveiliging op luchthavens. Die uitzondering was aanleiding voor een felle juridische strijd met de NVB.
Binnen de door Van der Steur gestelde termijn trok De Unie zich op 30 november 2021 formeel terug uit de VBe NL-cao. De snelle terugtrekking, kort na het bereiken van het onderhandelingsresultaat en terwijl een gezamenlijke juridische procedure voor behoud van dispensatie liep, werd door betrokkenen als ongebruikelijk en verwerpelijk bestempeld. VBe NL-voorzitter Peter Hoes noemde het besluit een ‘donderslag bij heldere hemel’ en wees erop dat De Unie eerder het akkoord nog actief had verdedigd.
Arbeidsrechtspecialisten die Follow the Money sprak, zien de zaak als symptoom van een groter probleem: vakbonden in Nederland raken financieel kwetsbaar door dalende ledenaantallen, waardoor werkgeversbijdragen aan fondsen en vergoedingen voor cao-werkingen invloedrijker worden. Dat kan de onafhankelijkheid van vakbonden ondermijnen en geld als drukmiddel doen fungeren. Experts benadrukken dat het Nederlandse cao-stelsel vrij liberaal en ongereguleerd is, en dat wettelijke waarborgen tegen inmenging van werkgevers beperkt zijn. Volgens ILO-richtlijnen zou financiële onafhankelijkheid van vakbonden versterkt moeten worden.
Als reactie op dergelijke zorgen heeft demissionair minister Mariëlle Paul op 15 oktober 2025 de Tweede Kamer geïnformeerd over plannen om de onafhankelijkheid van cao-partijen wettelijk te regelen, verwijzend naar ILO-verdrag 98. Voorstellen van juristen om financiering te depolitiseren omvatten het loskoppelen van werkgeversbijdragen van cao-overleg en het onderbrengen van middelen in een extern beheerd fonds of het heffen van een algemene loonheffing voor cao-werk. De zaak rond De Unie illustreert hoe macht over middelen in de polder directe invloed kan hebben op cao-uitkomsten en de positie van werknemers.