Unilever wil dat rechtszaak van Ben & Jerry's wordt geseponeerd
In dit artikel:
Unilever wil dat de Amerikaanse rechtszaak aangespannen door Ben & Jerry’s tegen het levensmiddelenconcern wordt ingetrokken. De ijsfabrikant beschuldigt Unilever onder meer van het tegenwerken van zijn pogingen om de verkoop van ijs in de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever te stoppen en het dwarsbomen van steun aan Palestijnse vluchtelingen. Daarnaast ontstond recent controverse rond het plotselinge vertrek van voormalig Ben & Jerry’s-topman Dave Stever; Unilever ontkent dat Stever werd ontslagen vanwege zijn activistische rol en stelt dat hij juist meer verantwoordelijkheden en een hoger salaris werd aangeboden, maar zelf in maart uit vrije wil vertrok.
Sinds de overname van Ben & Jerry’s door Unilever in 2000 bestaat er een afspraak dat een onafhankelijke raad de sociale idealen van het merk bewaakt, maar sindsdien botsen beide partijen regelmatig over deze waarden. Unilever beschouwt de rechtszaak als een middel van Ben & Jerry’s-voorzitter Anuradha Mittal om het bedrijf in een kwaad daglicht te stellen, waarbij het merk een uitgesproken pro-Palestijns en anti-Israëlisch standpunt zou innemen. Volgens Unilever heeft dit geleid tot reputatieschade en verlies van investeerders. Ben & Jerry’s advocaat verwijt Unilever echter geschiedvervalsing en ziet de aantijgingen als een strategische poging om gezichtsverlies te voorkomen, mede in de context van eerdere bedreigingen en het verbod op kritiek binnen het Trump-tijdperk. De strijd tussen het activistische ijsmerk en het moederbedrijf benadrukt de spanningen tussen commerciële belangen en maatschappelijke idealen binnen grote multinationals.