Ultraorthodoxen in Israël hoeven toch niet in dienst
In dit artikel:
In Jeruzalem zijn de afgelopen weken vrijwel dagelijks zwarte rijen ultraorthodoxe jongemannen de straat opgegaan om te protesteren tegen militaire dienstplicht. Grootschalige demonstraties — op een dag naar schatting tweehonderdduizend deelnemers — leidden tot confrontaties met de politie: waterkanonnen werden ingezet, een politieauto omgekeerd, en veel arrestaties en fysiek ingrijpen vonden plaats. De kern van het verzet is principieel: veel ultraorthodoxen weigeren dienst te nemen.
De beweging verscherpte een politieke crisis voor premier Benjamin Netanyahu. Zijn regering steunt zowel op extreemrechtse kolonistenleiders als op ultraorthodoxe partijen; de eerste, onder anderen Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, bleven in functie ondanks meningsverschillen omdat zij rekenen op een mislukte wapenstilstand, geen Palestijnse staat en terreinwinst op de Westelijke Jordaanoever. Tegelijk gebruiken de religieuze partijen hun machtspositie om verworven privileges te behouden, met vrijstelling van dienst als belangrijkste twistpunt.
Een jaar terug schrapte de Hoge Raad de automatische vrijstelling en eiste gelijke lasten voor alle Israëliërs. Een wetsvoorstel om ultraorthodoxen alsnog massaal vrij te stellen leidde tot nieuwe protesten. Van ongeveer tachtigduizend dienstplichtigen in de ultraorthodoxe gemeenschap meldde zich slechts circa 2 procent, terwijl het leger twaalfduizend extra mensen nodig acht. Een deel van de religieuze politici hakte de knoop door; een Netanyahu-getrouwe presenteerde recent een wetsvoorstel dat de dienstplicht voor ultraorthodoxen grotendeels afschaft — juridisch omstreden en bij de oppositie op felle weerstand stuitend. Netanyahu lijkt te willen uitstellen tot de verkiezingen in oktober 2026, maar zijn eigen kansen lopen risico door lopende corruptierechtszaken. In die context vroeg hij recent om gratie, zonder schuldbekentenis of excuses, een stap die ook internationaal — onder meer via bemoeienis van voormalig president Trump richting president Herzog — politieke aandacht trekt.