Uitslag Stelling: 'Laat overtuigingen thuis'

In dit artikel:

Het kabinet wil dat boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) geen zichtbare religieuze tekens meer dragen — zoals een keppeltje of hoofddoek — omdat dat hun neutraliteit zou aantasten. In een lezerpeiling blijkt overweldigende steun voor die maatregel: 97% van de deelnemers vindt dat religieuze uitingen afdoen aan de neutraliteit van boa’s. Veel respondenten geven aan dat geloof iets privaats is en niet zichtbaar hoort te zijn bij een publieke, gezagsdragende functie; wie dat niet accepteert, kan beter een andere baan zoeken.

De meeste deelnemers (93%) verwerpen ook de opvatting van de Raad van State (RvS) dat een verbod zou botsen met de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Een ruime meerderheid (92%) vindt bovendien dat het kabinet een speciale wet moet invoeren om een verbod juridisch vast te leggen, in plaats van te volstaan met richtlijnen. Eerder werd in 2022 al een richtlijn uitgegeven die religieuze uitingen door boa’s verbood, maar enkele gemeenten — onder meer Amsterdam en Utrecht — weken daarvan af omdat zij vinden dat werknemers zichzelf moeten kunnen blijven.

Belangrijke argumenten onder lezers zijn dat een uniform neutraliteit symboliseert en dat overheidsdiensten seculier behoren te opereren om achterdocht en vooroordelen te vermijden. Tegenstanders van vrijstelling vrezen dat afwijking door gemeenten de eenheid en duidelijkheid van publieke functies ondermijnt.