Uithuisgeplaatste kinderen jaren mishandeld en verwaarloosd in gezinshuis

In dit artikel:

Twee kinderen van 9 en 10 jaar zijn de afgelopen drie jaar in een gezinshuis in het noorden van Nederland ernstig mishandeld en verwaarloosd, stelt een tussenuitspraak van de kinderrechter. De kinderen, die drie jaar geleden uit huis werden geplaatst en in een kleinschalig gezinshuis op een boerderij woonden, vertelden dat de mishandelingen al binnen een maand begonnen: slaan met vuist of open hand, aan de oren trekken en hen laten bijten door de hond. Daarnaast moesten ze gevaarlijk en zwaar werk doen in en om de stal — zoals uitmesten, dode dieren opruimen en schoonmaken — en kregen ze soms als straf geen eten.

De zaak kwam terecht door signalen van de school: het meisje had een onbehandelde hondenbeet, de jongen een litteken van een beet, en beiden zeiden dat ze niet naar de huisarts mochten of erover mochten praten. De rechter vindt hun verklaringen gedetailleerd, consistent en ondersteund door andere feiten; er zijn geen aanwijzingen voor beïnvloeding of verzinsels. Omdat er eerder al twijfels waren over de pedagogische capaciteiten van de gezinshuisouders — onder meer geuit door de vader van de kinderen — zijn de kinderen onlangs overgeplaatst naar een andere instelling.

De kinderen stonden onder voogdij van de William Schrikker Stichting; die organisatie heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd gemeld en doet aangifte tegen de gezinshuisouders. Zowel de stichting als de inspectie geven geen inhoudelijke uitspraken vanwege privacy.