"Uiterst kwaadaardig": China eist dat premier van Japan uitspraken inslikt over militaire reactie bij aanval op Taiwan
In dit artikel:
China eist dat de Japanse premier Sanae Takaichi haar recente opmerkingen terugneemt, nadat zij in het parlement had gesuggereerd dat Japan militair kan optreden als China Taiwan aanvalt. Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken noemt haar woorden zeer grievend en beschouwt ze als inmenging in binnenlandse zaken. De uitspraak heeft de toch al gespannen betrekkingen tussen Tokio en Peking verder op scherp gezet.
Begin deze maand reisde Masaaki Kanai, hoofd Azië en Oceanië van het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken, naar Peking voor gesprekken met zijn Chinese tegenhanger Liu Jinsong. Volgens China bracht hij Japan’s standpunt weloverwogen over, maar leverde het overleg geen doorbraak; Peking gaf volgens woordvoerster Mao Ning een formeel protest en vroeg expliciet om intrekking van Takaichi’s opmerkingen.
Als tegenreactie hebben beide landen hun ambassadeurs teruggeroepen en riep China zijn burgers op niet naar Japan te reizen; de Japanse ambassade in China raadt landgenoten aan drukke plekken te vermijden. De Chinese consul‑generaal in Osaka plaatste een dreigende boodschap op sociale media die intussen werd verwijderd, en het Chinese leger waarschuwde dat een Japanse militaire interventie rond Taiwan op een zware nederlaag zou uitlopen. Peking beschuldigt Tokio er bovendien van verkeerde signalen naar pro‑onafhankelijkheidsgroepen in Taiwan te sturen.
Achtergrond van de spanning is dat China Taiwan als een afvallige provincie ziet en niet uitsluit het eiland desnoods met geweld te herenigen. Japan voelt zich direct bedreigd: delen van Japan liggen op ongeveer 110 kilometer van Taiwan en sinds 2015 kan Tokio onder bepaalde voorwaarden aan collectieve zelfverdediging doen. Analisten waarschuwen dat de toenemende militaire activiteit in de regio het risico op incidenten en mogelijk verdere escalatie vergroot. De Taiwanese president Lai Ching‑te riep de internationale gemeenschap op de situatie scherp te volgen en vroeg China tot terughoudendheid.