Uit Nederland geroofd schilderij dat door AD werd ontdekt weer terecht: dochter van nazi levert het 80 jaar na oorlog in
In dit artikel:
Een achttiende-eeuws schilderij uit de geroofde Goudstikker-collectie is teruggevonden en tijdelijk veiliggesteld in Argentinië. Het doek Damesportret van Ghislandi, dat sinds de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse opsporingslijsten stond, hing jarenlang bij de dochter van de in Argentinië overleden nazi-ambtenaar Friedrich Kadgien in Mar del Plata. Enkele weken geleden werd het kunstwerk door onderzoeksjournalisten ontdekt op foto’s van de woning; de bewoner en haar man verborgen het schilderij daarop kortstondig.
Na twee eerdere politie-invallen deze week waarbij het werk niet werd aangetroffen, leverde het echtpaar het schilderij woensdag toch in bij het Argentijnse Openbaar Ministerie. Het werk wordt nu bewaard in een beschermde ruimte en maakt onderdeel uit van verder onderzoek door de Argentijnse justitie naar het eigendom. Hoe lang dat onderzoek duurt is nog bekend; mogelijk volgt snel meer informatie. Het echtpaar blijft voorlopig onder huisarrest en moet donderdag voor de rechtbank verschijnen; het Openbaar Ministerie onderzoekt ook of zij strafrechtelijk vervolgd moeten worden voor het verbergen van roofkunst.
Tegelijkertijd hebben de erfgenamen van de Amsterdamse Joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker formeel een claim ingediend bij de familie Kadgien. Goudstikker, wiens collectie van circa 1.300 werken tijdens de oorlog door nazi’s werd geroofd, kreeg slechts een deel van zijn verzameling terug; honderden werken ontbreken nog steeds. De herstelvorderingen van zijn erfgenamen maken deel uit van bredere internationale pogingen om oorlogsbuit te traceren en terug te geven.
De vondst en overdracht volgen op langdurig speurwerk, onder meer door onderzoeksjournalistiek en onderzoeker Paul Post, naar Kadgien en zijn nalatenschap. Marei von Saher, schoondochter van Goudstikker, reageerde verbaasd en verontwaardigd dat roofkunst in 2025 nog steeds verborgen wordt. De zaak illustreert zowel de blijvende gevolgen van de roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog als de complexe juridische en praktische stappen die nodig zijn om teruggevonden werken te repatriëren.