Tweede Kamer legt kabinet aan banden, maar komt zelf met tsunami aan moties

zaterdag, 20 september 2025 (08:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

De Tweede Kamer vroeg het demissionaire kabinet om op de rijksbegroting voor 2026 geen grote nieuwplanen door te voeren omdat op 29 oktober verkiezingen zijn en een nieuwe Kamer en regering ruimte moeten krijgen om eigen beleid te maken. Tijdens de kabinetscrisis toen NSC uit de coalitie stapte, en op Prinsjesdag, werd dus gevraagd om een beleidsarme begroting.

Premier Schoof hield zich daaraan en presenteerde een terughoudende begroting, maar maakte tegelijk duidelijk dat zijn kabinet in de aanloop naar een nieuw kabinet toch wil doorpakken op dossiers als asiel, wonen en stikstof. Dat past volgens hem binnen de taak van een demissionair kabinet om te handelen “in het belang van het koninkrijk”, maar raakt aan de gebruikelijke norm dat lopende zaken worden afgehandeld en ingrijpender politiek uitstel verdient tot na de verkiezingen.

De troonrede waarschuwde tegen zwart-wit denken en riep op tot volwassenheid in politieke verhoudingen. Toch gebruikte PVV-leider Geert Wilders zijn spreektijd voor een langdurige aanval op asiel, migratie en de islam, en ook andere fractievoorzitters grepen de laatste debatten vóór de stembusgang aan om zich te profileren. Pogingen van Kamervoorzitter Bosma om interrupties te beperken hadden weinig effect; de vergaderdagen waren bijna even druk als tijdens normale Algemene Beschouwingen.

In duidelijke tegenstelling tot de oproep tot terughoudendheid diende de Kamer een lawine aan moties in: donderdag alleen al 67 moties, zo’n veertig meer dan vorig jaar. Veel daarvan vragen het kabinet om concrete maatregelen en raken vrijwel alle beleidsterreinen. Critici wijzen erop dat dit neerkomt op het willen vastleggen van beleid voor een kabinet dat binnenkort vervangen kan worden — kort gezegd: de zittende Kamer regeert deels over zijn eigen politieke graf heen. Dat is precies wat men wilde voorkomen toen men vroeg om een beleidsarme begroting.

Een uitzondering was CDA-leider Henri Bontenbal, die geen eigen moties indiende en slechts één woordvoerderstekening ondertekende; hij hield zich aan zijn oproep om “geen fratsen” uit te halen. De situatie toont de spanning tussen constitutionele normen rond een demissionair kabinet en de politieke realiteit van verkiezingskoorts: partijen willen hun standpunten kwijt en kiezers overtuigen, maar daarmee lopen ze het risico de beleidsvrijheid van een toekomstige regering te beperken en onnodig veel nieuwe besluiten op te leggen die mogelijk weer moeten worden teruggedraaid.