Twee weken na het vuurwerk blijft de F-side leeg en roept de Eredivisie om hulp

zondag, 14 december 2025 (05:43) - NU.nl

In dit artikel:

Ajax houdt vanmiddag de vakken 125–129 leeg in de Johan Cruijff ArenA tijdens De Klassieker tegen Feyenoord: een maatregel van de club zelf nadat twee weken geleden de wedstrijd Ajax–Groningen moest worden stilgelegd vanwege honderden fakkels, pijlen en zwaarder vuurwerk. Die verstoring ontstond nadat een nooddeur werd ingetrapt en circa 150 deels gemaskerde leden van de F-side met grote hoeveelheden vuurwerk de tribune konden binnenkomen.

Clubs in de Eredivisie zetten uiteenlopend materieel en menselijk kapitaal in om vuurwerk buiten te houden: vuurwerkhonden, fouilleringen bij risicowedstrijden en extra beveiliging. Tegelijkertijd stuiten zij op juridische en praktische grenzen. Stadionpersoneel mag slechts een privérechtelijke en oppervlakkige veiligheidsfouillering uitvoeren; uitgebreidere controles vallen onder politiebevoegdheden. Dat maakt het moeilijk om alle verboden voorwerpen tegen te houden, zeker als supporters creatieve of strafbare smokkeltactieken gebruiken.

De situatie zet clubs onder grote druk: zij zijn primair verantwoordelijk voor de veiligheid binnen hun stadions, terwijl buiten het stadion politie en het openbaar bestuur optreden. Paul Depla, burgemeester van Breda en lid van de Sportraad, waarschuwde dat clubs steeds minder tegen die verantwoordelijkheid opgewassen lijken, en pleitte — net als de Sportraad eerder — voor meer overheidssteun om de veiligheidsorganisatie te versterken. Vanuit die optiek is het besluit van Ajax om bepaalde vakken te sluiten een voorbeeld van clubs die zelf harde maatregelen nemen.

Niet iedereen deelt de verwachting dat de overheid het probleem moet overnemen. Heinrich Winter, hoogleraar rechtsgeleerdheid, vindt dat clubs zelf meer kunnen en moeten investeren in veiligheid; hij wijst op de grote financiële middelen die clubs inzetten voor spelers en suggereert dat een paar ton extra voor beveiliging haalbaar is. Winter stelt ook dat clubs bewaakte nooddeuren en zwaardere beveiligingsdiensten kunnen inzetten om herhaling te voorkomen.

Feitelijk laten de cijfers een gemengd beeld zien. Volgens de KNVB-veiligheidsmonitor investeren clubs meer en nemen incidenten al enkele jaren af; ook het aantal stadionverboden wegens vuurwerk daalde sinds de coronaperiode (van 210 in 2021/22 naar 79 recent). Toch riepen Eredivisie- en Keuken Kampioen Divisie-clubs onlangs de politiek op tot striktere strafrechtelijke vervolging van daders — een oproep die het Openbaar Ministerie meteen relativeerde: strafrechtelijke vervolging kan en gebeurt al in Nederland. Laatste seizoencijfers laten 218 geregistreerde verdachten van voetbalgerelateerde feiten zien, 68 door de rechter opgelegde stadionverboden en meerdere gevangenisstraffen.

Jan Brouwer, eveneens hoogleraar en specialist in voetbalwetgeving, reageert verbaasd op het clubsstatement. Volgens hem biedt het Nederlandse stelsel via privaatrecht (de KNVB) al mogelijkheden voor lange stadionverboden, wellicht zelfs strenger dan in Engeland of Duitsland. Strafrechtelijke veroordelingen zijn wel complexer vanwege de bewijsvoering per individu — sjaals of bivakmutsen bemoeilijken identificatie — maar niet onmogelijk: Ajax heeft op basis van beeldmateriaal naar eigen zeggen tien tot vijftien vuurwerkgooiers geïdentificeerd en aangifte gedaan van huisvredebreuk, openlijke geweldpleging en brandstichting.

Kortom: het vuurwerkprobleem is niet opgelost door het leeg houden van enkele vakken. Clubs nemen ingrijpende maatregelen en produceren appels tot extra (soms hardere) beveiliging, maar stuiten op juridische grenzen en operationele beperkingen. De discussie spitst zich toe op wie de grootste verantwoordelijkheid draagt — clubs zelf, of de overheid die structurele hulp zou moeten bieden — terwijl de praktijk van handhaving en bewijsvoering bepaalt of individuele daders effectief strafrechtelijk aangepakt kunnen worden.