Twee jaar na 7 oktober: Israël mag het feest niet levend verlaten

dinsdag, 7 oktober 2025 (06:44) - Nijmans Nieuwsbriefje

In dit artikel:

In de nacht van 19 op 20 maart 2003 luisterde de auteur op een AM‑radio naar het begin van de Amerikaanse invasie van Irak en voelde meteen weerzin: een oorlog die volgens hem gebaseerd was op leugens over massavernietigingswapens en gedreven door geopolitieke en economische belangen. Twee decennia later staat 7 oktober 2023 centraal: de Hamas‑aanval en de daaropvolgende maatschappelijke en politieke reactie in het Westen laten volgens de schrijver zien hoezeer eerdere interventies hun sporen hebben nagelaten.

De kernlijn van het betoog verbindt 9/11, de oorlogen in Afghanistan en Irak, en de Arabische ontrafeling daarna. Na 9/11 koos Washington niet alleen voor Afghanistan, maar vond het in Saddam Hussein ook een herkenbare vijand waarop een nieuwe militaire campagne kon worden geprojecteerd. De retoriek over WMD’s en bevrijding van dictaturen diende volgens de auteur als dekmantel voor belangen van defensie‑ en energiesectoren. De interventies produceerden geen democratie, maar enorme menselijke kosten: honderdduizenden doden, beschadigde samenlevingen en generaties getraumatiseerde militairen.

De regimewissels in Irak en het later in gang gezette ingrijpen in Libië en Syrië creëerden machtsvacuums waaruit extremistische groepen konden groeien. ISIS was deels het kind van dat politieke en militaire falen: onstabiele staten, sektarisch geweld en economische ellende boden vruchtbare grond voor gewelddadig salafisme. Die ontwikkeling leidde op haar beurt tot migratiestromen richting Europa en een reeks aanslagen en radicale incidenten die de continentale veiligheid structureel veranderden. Wat begon als oorlog “ver weg” werd volgens de auteur onontkoombaar dichtbij: de gevolgen van ingestuurde regimes en kapotte staten kwamen terug als bloedige splinters in westerse steden.

Moraal en politiek in het Westen worden in deze analyse ondermijnd door twee tegengestelde vormen van myopie: enerzijds het arrogante geloof in de universele aantrekkingskracht van liberale democratieën (de Fukuyama‑illusie), anderzijds een zelfhaat en schuldgevoel ten aanzien van het koloniale verleden die sommige instituties en elites zwak en besluiteloos zouden maken in de reactie op geweld tegen Israël. De schrijver vindt dat veel verdedigers van migratie en open grenzen kritiek op de gevolgen ervan te snel als onmenselijk wegzetten, en dat dit de bereidheid ondermijnt om problemen werkelijk te adresseren.

7 oktober 2023 wordt gepresenteerd als een breukpunt vergelijkbaar met 9/11: niet alleen een brute aanval in het Midden‑Oosten, maar een dag die de kwetsbaarheid van het Westen en de verzwakking van zijn idealen openbaar maakte. Volgens de auteur liet het Westen Israël vallen in morele en politieke zin — binnen internationale instituten, media en academische kringen heerste volgens hem een zelfbeschuldigende reflex die sympathie voor de daders voedde en solidariteit met het aangevallen land ondermijnde. Tegelijkertijd toont Israël zich onverzettelijk en militair effectiever dan de VS destijds, waarbij de schrijver erkent dat de Israëlische reactie strategischer en vasthoudender was.

Een schrijnende ironie ziet de auteur in de suggestie dat Tony Blair, vroeger medeverantwoordelijk geacht voor de Irakoorlog, nu een rol zou kunnen krijgen in de wederopbouw van Gaza. Dat soort cyclische herhaling symboliseert het centrale punt: geschiedenis rijmt en herhaalt patronen van interventie, vacuüm en opkomst van geweld.

De conclusie is meervoudig: je kunt geen democratie opleggen met bommen; oorlogsvoering veroorzaakt vaak langdurige, onvoorziene gevolgen; en het Westen moet zichzelf recompenseren door eerlijkheid over zijn fouten en het versterken van sociale en politieke weerbaarheid. Het stuk eindigt met een oproep tot zelfweerstand: net zoals Israël weigerde te buigen, moet Europa wakker worden en beleid voeren dat zowel veiligheid als principes waarborgt, in plaats van reflexmatig moreel te capituleren.