Twee eeuwen nadien eist Haïti herstelbetalingen van zijn voormalige kolonisator. Is Frankrijk bereid de 'dubbele schuld' in te lossen?

dinsdag, 8 juli 2025 (00:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

In 1825 erkende Frankrijk de onafhankelijkheid van Haïti, maar eiste daarvoor een enorme schadevergoeding die het jonge land langdurig in schulden stortte. Deze ‘onafhankelijkheidslosgeld’ dwong Haïti om gedurende meer dan een eeuw miljarden francs terug te betalen, wat volgens economen een dramatische rem zette op de economische ontwikkeling en de basis legde voor de huidige politieke chaos en armoede. Haïti wordt anno 2024 gekenmerkt door gewelddadige bendeoorlogen, politieke instabiliteit sinds de moord op president Jovenel Moïse in 2021 en humanitaire crisissen met duizenden doden en massale honger.

De Franse erkenning onder koning Karel X ging gepaard met een militair dreigement, waarbij Haïti gedwongen werd enorme compensaties te betalen aan voormalige Franse plantage-eigenaren, die hun slaven als ‘eigendom’ verloren hadden. Deze betalingen leidden ertoe dat tot 1947 een groot deel van Haïti’s staatsinkomsten naar Frankrijk vloeide, geld dat niet werd geïnvesteerd in fundamentele sectoren. Dit historische onrecht staat steeds vaker ter discussie, mede doordat maatschappelijke organisaties en intellectuelen, waaronder Thomas Piketty, pleiten voor herstelbetalingen. President Macron erkende in 2025 voor het eerst het onrecht van deze betalingen en kondigde een gezamenlijke commissie aan om de impact te onderzoeken, maar scepticisme blijft aanwezig over de effectiviteit en politieke wil van Frankrijk.

Internationaal groeit de druk van Afrikaanse en Caribische landen, die zich verenigen in initiatieven als het ‘Year of Reparations’ van de Afrikaanse Unie en het CARICOM-plan voor gerechtigheid en compensatie. Hoewel sommige voormalige koloniale machten terughoudend zijn uit angst voor eindeloze claims, winnen reparatiekwesties aan belang door internationale steun, onder meer van Rusland en China, wat het debat een geopolitiek tintje geeft. Recente voorbeelden van herstelbetalingen na oorlogsmisdaden tonen precedenten, maar veel voormalige koloniën missen het economische en politieke kapitaal om hun claims effectief af te dwingen.

De situatie in Haïti illustreert hoe herstelbetalingen niet alleen een morele kwestie zijn, maar ook een politieke keuze die diep verweven is met machtsverhoudingen en internationale diplomatie. De ervaring met het Franse-Algerijnse herstelproces toont aan dat een symbolische erkenning zonder concrete maatregelen gemakkelijk teleurstelling en onvrede oproept. Zolang politieke belangen en historische gevoeligheden overheersen, blijft het onzeker of Haïti daadwerkelijk zal profiteren van compensaties die het land kunnen helpen haar langdurige crisis te doorbreken.