Turkije wordt steeds repressiever, en daar betalen we allemaal aan mee
In dit artikel:
Begin maart vorig jaar liep de economiestudent Emre mee in een massale demonstratie tegen de arrestatie van Istanbul‑burgemeester Ekrem İmamoğlu. Op 23 maart werd hij vroeg uit bed gehaald en korte tijd later, samen met honderden anderen, opgepakt op basis van camerabeelden. Die beelden tonen vooral mensen die meelopen zonder geweld, maar vormden wel het belangrijkste bewijs in politiedossiers. Emre en zijn advocaten vermoeden dat zijn eerdere politieke betrokkenheid meehielp bij de beslissing tot aanhouding en het opleggen van voorwaarden zoals reisverboden.
De zaak illustreert een bredere ontwikkeling: de Turkse staat zet steeds meer AI‑gedreven surveillance in bij het monitoren en opsporen van politieke tegenstanders. Cruciaal daarbij is gezichtsherkenningstechnologie die deels afkomstig is van Netaş, een Turks bedrijf dat voor een groot deel eigendom is van het Chinese ZTE. ZTE wordt door de EU als ‘hoogrisico‑leverancier’ gezien vanwege zorgen over mogelijke staatsinmenging en spionage, maar Netaş heeft desalniettemin toegang gekregen tot Europese onderzoeksprogramma’s. In 2017 ontving Netaş bijna €300.000 voor 5G‑onderzoek; later staan in EU‑databases nog bedragen vermeld (onder andere €790.000 uit Horizon 2020) en het bedrijf participeert via projecten als Eureka en Eurostars in gezamenlijkeprogramma’s.
Andere Turkse leveranciers van surveillanceapparatuur, zoals Aselsan en Havelsan, kregen tussen 2021 en 2024 ook directe Horizon‑subsidies (respectievelijk circa €409.000 en €820.000). Kritische stemmen, van mensenrechtenorganisaties en Europarlementariërs zoals Saskia Bricmont, waarschuwen dat Europees belastinggeld zo indirect bij regimes en bedrijven terechtkomt die technische middelen leveren waarmee grondrechten worden beknot. Mensenrechtenadvocaten spreken van een “verschuiving naar digitaal autoritarisme” als er geen robuuste waarborgen komen.
Brussel heeft formele controles: ethische en juridische toetsing, soms externe commissies, en richtsnoeren voor gevoelige AI‑projecten. In de praktijk werkt het systeem veelal met ‘zelfevaluatie’ door aanvragers, wat volgens critici onvoldoende is. Het Europees Parlement riep in januari 2024 op tot systematische screening van Chinese bedrijven die van EU‑fondsen profiteren; de Raad adviseerde meer aandacht voor strategische risico’s. Toch blijft geopolitiek een rem op strikte maatregelen: Turkije is een NAVO‑partner en de EU wil samenwerking openhouden, waardoor directe verboden of uitsluiting weinig waarschijnlijk zijn.
Voor demonstranten als Emre betekent dat concrete gevolgen: honderden arrestaties, langdurige juridische onzekerheid en een toegenomen gevoel van staatstoezicht, mogelijk gefaciliteerd met technologie die mede via Europese subsidies is ontwikkeld.