Trump zegt acht oorlogen te hebben beëindigd. Hoeveel is daarvan waar?
In dit artikel:
Donald Trump presenteert zich als vredestichter die “oorlogen beëindigt” met druk via handelstarieven en persoonlijke bemiddeling. Maar recente ontwikkelingen laten zien dat die afspraken vaak fragiel zijn of helemaal geen langdurige oplossing bieden.
Aan de grens tussen Thailand en Cambodja laaiden begin deze winter opnieuw gevechten op, ondanks een door Trump gepresenteerd staakt‑het‑vuren dat hij in juli had bevorderd. Het onderliggende geschil over de grenslijn, die teruggaat op een voormalige koloniale afbakening, bleef onopgelost; Thailand zette F‑16’s in en beschuldigt Cambodja van het blijven leggen van mijnen. Cambodja prijst Trump’s bemiddeling en wil het conflict voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof.
Het door Trump genoemde staakt‑het‑vuren tussen India en Pakistan in mei is evenmin duidelijk duurzaam: India ontkent Amerikaanse bemiddeling en noemt het hooguit een tijdelijke “gevechtspauze”, terwijl de handelsmaatregel van de VS tegen India weer tot verdere spanningen leidde. Pakistan prees Trump juist — deels omdat het al jaren probeert Kashmir internationaal te agenderen.
In Oost‑Congo bleek een in juni gesloten akkoord dat in december in het Witte Huis nog eens werd bekrachtigd, geen rem op geweld. De rebellengroep M23, volgens de VN met Rwandese steun, zette offensieven voort en controleerde grote delen van het oosten, met grootschalige ontheemding en honderden doden tot gevolg. Regeringen kunnen tekenen, maar als relevante gewapende groepen niet aan tafel zitten, heeft dat weinig effect.
Andere gevallen in Trumps lijst roepen vergelijkbare vraagtekens op. Bij de Israël–Iran‑incidenten deze zomer speelden de VS zowel een dreigende als een militaire rol; een korte wapenstilstand volgde pas na zware acties. Het door Trump aangeprezen “vredesplan” voor Gaza kreeg medewerking van Arabische landen, maar bevat volgens critici te weinig zelfbeschikking voor Palestijnen en veranderde niets aan de bezetting en het voortdurende geweld. Al Jazeera rapporteerde sinds oktober honderden doden door Israëlische aanvallen.
Bij Nagorno‑Karabach leek de in het Witte Huis getoonde overeenkomst tussen Azerbeidzjan en Armenië vooral een belofte om ooit tot vrede te komen. Voor Azerbeidzjan betekent een deelakkoord concrete handelsbaten: een Amerikaanse beheerde transportcorridor (TRIPP) naar Nachitsjevan. Voor Armenië ligt de druk om constitutionele garanties te geven tegen territoriale aanspraken gevoelig en wordt het door critici gezien als een gedwongen concessie.
Sommige genoemde ‘opgeloste’ conflicten waren in feite geen gewapend conflict: tussen Servië en Kosovo vond dit jaar geen oorlog plaats, en tussen Egypte en Ethiopië ging het vooral om langdurige diplomatieke spanningen rond de Grote Ethiopische Renaissancedam, niet om gevechten.
Kortom: veel van Trumps door handel en persoonlijke optredens aangeprate successen blijken niet te berusten op structurele oplossingen. Talrijke conflicten hebben diepgewortelde oorzaken — historische grensgeschillen, interne machtsverhoudingen, gewapende groeperingen die niet deelnemen aan akkoorden — waardoor handelsdreigementen en ceremoniële handtekeningen de vrede vaak niet duurzaam verzekeren. Tegelijkertijd gebruikt Trump deze successen politiek, terwijl hij ook stappen onderneemt zoals het hernoemen van het ministerie van Defensie en zich profileert als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede.