Trump tekent inreisverbod: mensen uit twaalf landen mogen VS niet meer in
In dit artikel:
De Amerikaanse president Donald Trump heeft op woensdag een nieuw inreisverbod ingesteld voor burgers uit twaalf landen, dat vanaf 9 juni van kracht wordt. Het betreft Afghanistan, Myanmar, Tsjaad, Congo-Brazzaville, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Haïti, Iran, Libië, Somalië, Soedan en Jemen. Volgens het Witte Huis zijn de beperkingen ingevoerd vanwege tekortschietende screeningsprocedures, veel visumoverschrijdingen en het ontbreken van gedeelde identiteits- en dreigingsinformatie uit deze landen. Daarnaast krijgen inwoners van zeven andere landen—Burundi, Cuba, Laos, Sierra Leone, Togo, Turkmenistan en Venezuela—te maken met gedeeltelijke beperkingen.
Uitzonderingen op het verbod gelden voor houders van permanente verblijfsvergunningen zoals Afghanen die Amerikaanse troepen hebben bijgestaan, diplomaten, en ook voor atleten, hun coaches en familie die deelnemen aan grote sportevenementen zoals wereldbekers. De aanleiding voor het nieuwe bevel was volgens Trump een gewelddadige aanval op een Joodse protestmars in Boulder afgelopen zondag. Hij waarschuwt dat de lijst met landen kan worden uitgebreid als zich nieuwe dreigingen voordoen, maar ook kan worden ingekrompen wanneer verbeteringen worden vastgesteld.
Dit inreisverbod volgt op een eerder vergelijkbaar verbod tijdens Trumps eerste termijn, dat zeven landen betrof. Dit eerdere verbod leidde tot jarenlange juridische strijd, maar werd in 2018 door het Amerikaanse Hooggerechtshof bevestigd. Trumps opvolger, president Joe Biden, heeft dit beleid in 2021 meteen ingetrokken en verklaarde het een "vlek op het nationale geweten". De herintroductie door Trump weerspiegelt een hernieuwde nadruk op strengere immigratie- en veiligheidsmaatregelen.