Trump start met ontslagen tijdens shutdown: opnieuw duizenden ambtenaren op straat
In dit artikel:
Op de tiende dag van de Amerikaanse shutdown heeft de regering-Trump inderdaad grootser ingegrepen: duizenden federale ambtenaren worden opnieuw zonder werk of loon naar huis gestuurd. Een korte mededeling van Russel Vought van het Office of Management and Budget kondigde vlak voor het weekend de ontslagen aan; bij departementen als Financiën en Volksgezondheid verdwijnen alleen al meer dan 4.000 functies. Dit komt bovenop het doel van de president om het ambtenarenbestand dit jaar met 300.000 te laten krimpen.
Betroffen medewerkers reageren onzeker en gefrustreerd. Travis Kinder, onderzoeker bij het ministerie van Volksgezondheid, ziet zijn onderzoeksloopbaan en de zorg voor patiënten in gevaar. Anderen, zoals Michael Duffin van het Bureau of Counterterrorism, werden al eerder ontslagen — volgens hem vanwege beleidskeuzes onder het “America First”-beleid. Democratische senatoren spreken van politieke chantage; Elizabeth Warren en Chris Van Hollen hekelen dat ambtenaren als onderhandelingsmiddel worden gebruikt en wijzen op eerdere uitspraken van rechtbanken over onrechtmatige ontslagen.
De shutdown begon toen het nieuwe begrotingsjaar op 1 oktober inging. Zonder congresakkoord mogen alleen ‘essentiële’ taken worden voortgezet, maar veel medewerkers krijgen geen salaris zolang het parlement niet besluit. Trump liet ondertussen weten dat er wel geld beschikbaar is om militairen te betalen. In de Senaat hebben Republikeinen, ondanks hun meerderheid, nog steeds steun van enkele Democraten nodig; de oppositie eist voortzetting van subsidies voor zorgverzekeringen en weigert concessies te doen.
De sluiting heeft al buiten het Capitool zichtbare gevolgen: luchtverkeersleiders melden zich massaal ziek, wat tot extra vertragingen leidt, en de nationale Smithsonian-musea in Washington sluiten hun deuren. Politiek verwijten beide kampen elkaar de schuld — Trump noemt het de ‘Schumer Shutdown’ — terwijl het onduidelijk blijft wie als eerste zal toegeven. Republikeinse leiders beweren dat er niets te onderhandelen valt; Democraten houden vol dat de president en zijn partij moeten praten om ambtenaren en burgers te beschermen.