Trump richt zijn pijlen nu ook op musea die 'te woke' zijn: 'Volledig doorgeschoten'
In dit artikel:
President Trump heeft het Smithsonian in Washington DC aangevallen omdat de musea naar zijn mening te veel nadruk leggen op de donkere kanten van de Amerikaanse geschiedenis, met name slavernij. Hij noemt de instelling “te woke”, wil dat tentoonstellingen meer positieve aspecten van Amerika belichten en heeft een onderzoek opgestart naar het Smithsonian. Acht van de 21 musea worden al doorgelicht en er staat een deadline: de collecties moeten volgens Trumps eisen voor het einde van het jaar aangepast zijn — ruim voor de viering van 4 juli en het 250-jarig bestaan van de VS.
Vooral het National Museum of African American History and Culture ligt onder vuur. Dit relatief nieuwe, gratis toegankelijke Smithsonian-museum begint de route in de kelder met de trans-Atlantische slavenhandel (waarbij ook Nederland kort genoemd wordt als vervoerder van 555.300 mensen) en toont vervolgens segregatie, de burgerrechtenbeweging en de opkomst van zwarte culturele en sporticonen tot aan Barack Obama. Bezoekers zoals Francis en zijn vrouw Tracy vinden het museum juist openbarend en noodzakelijk: het laat zien hoe zwarte Amerikanen het land mede gevormd hebben en verbindt het “slechtste” met het “beste” van Amerika.
Historici waarschuwen dat Trumps aanpak verder reikt dan één museum en past in een bredere poging om ‘woke’-discoursen terug te dringen — van universiteiten en advocatenkantoren tot het Kennedy Center en burgeroorlogstandbeelden. Critici vergelijken de inmenging met praktijken uit de McCarthy-periode en vrezen aantasting van de vrijheid van meningsuiting als de president instellingen kan dwingen tentoonstellingen te veranderen.
Ondanks de controverse en de aanwezigheid van National Guard-militairen bij sommige locaties blijven veel mensen het museum bezoeken. Voor bezoekers is het vooral een plek om geconfronteerd te worden met de geschiedenis en om te ervaren hoe die geschiedenis bijdraagt aan het hedendaagse Amerika.