Regering-Trump is klaar met extreemlinks: „Ik denk dat ze ons land haten"
In dit artikel:
President Trump en meerdere hoge functionarissen in zijn omgeving leggen de verantwoordelijkheid voor recente politiek gemotiveerde geweldsincidenten bij “radicaal-links” en willen daar hard tegen optreden. Directe aanleiding in het artikel is de moord op conservatieve activist Charlie Kirk; Trump noemde die aanslag een aanval op de natie en beloofde alle betrokkenen te achterhalen, “inclusief de organisaties die dit hebben gefinancierd en ondersteund.” Senator JD Vance en plaatsvervanger-adviseurs zoals Stephen Miller spreken ook van een opkomende binnenlandse terreurbeweging en roepen op tot inzet van middelen van Justitie, Homeland Security en andere overheidsinstanties om netwerken te ontmantelen.
Het Witte Huis onderzoekt juridische opties, waaronder het gebruik van wetgeving die bedoeld is voor de bestrijding van georganiseerde misdaad, om linkse groepen aan te pakken. Een concreet doelwit dat genoemd wordt, is de Open Society Foundation van George Soros, die wereldwijd progressieve projecten steunt; Trump noemde Soros persoonlijk een slechte man en stelde dat hij in de gevangenis zou moeten zitten. Justitieminister Pam Bondi kondigde aan zich te richten op “haatzaaien”, waarbij ook doxxing van conservatieve gezinnen expliciet wordt genoemd.
Politiek zet dit tot actie om: congreslid Chip Roy vroeg om een speciale commissie om het geld, de invloed en de macht achter “radicaal-links” te onderzoeken, gesteund door een aantal collega’s. Het Witte Huis werkt aan een uitvoerend bevel tegen extreemlinks; details blijven onduidelijk, maar er is al sprake van meer druk op kritische media en universiteiten. Zo haalde zender ABC het satirische programma van Jimmy Kimmel uit de programmering nadat hij zich denigrerend had uitgelaten over de moord.
Er is daarnaast een campagne om mensen die de dood van Kirk vieren publiekelijk aan te pakken: vice-president (in de tekst genoemd als Vance) riep op dergelijke personen te signaleren en zelfs werkgevers te bellen. Dat leidde tot ontslagen van leraren, journalisten en luchtvaartmedewerkers die publiekelijk spottend reageerden; werkgevers en arbeidsrechtadvocaten wijzen erop dat particuliere werkgevers doorgaans het recht hebben werknemers te ontslaan voor schadelijke openbare uitlatingen. Ook is gevraagd om buitenlandse personen die geweld verheerlijken te melden; consulaire medewerkers kregen opdracht “gepaste actie” te ondernemen.
Democraten waarschuwen dat de aanpak kan ontregelen en kritische geluiden de mond snoeren; senator Chris Murphy noemde de ontwikkeling zorgelijk en sprak van dreigende intolerantie. Ook enkele Republikeinen, waaronder Ted Cruz, waarschuwen tegen intimidatie van media en benadrukken het belang van vrijheid van meningsuiting, een waarde die volgens hen ook door Kirk werd verdedigd.