Trump militariseert de Amerikaanse samenleving, maar waar gaat het toe leiden?

dinsdag, 14 oktober 2025 (20:31) - NOS Nieuws

In dit artikel:

De regering-Trump zet steeds zichtbaarder militaire middelen in binnen de Verenigde Staten en lijkt daarmee politieke tegenstanders te willen intimideren. Voorbeelden zijn een militaire parade ter gelegenheid van Trumps 79e verjaardag, het voornemen het ministerie van Defensie tot een “ministerie van Oorlog” om te dopen, en opmerkingen tijdens een besloten bijeenkomst met honderden topmilitairen over de inzet van het leger tegen “binnenlandse vijanden”, vooral in stedelijke gebieden.

Troepen van de Nationale Garde werden afgelopen zomer al ingezet rond Los Angeles en Washington; recent staan ze in een oefencentrum bij Chicago maar mogen voorlopig niet de straat op omdat een rechter dit blokkeerde. In Portland werd inzet eveneens tegengehouden. Staten zijn normaal verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en zijn vaak geen voorstander van federale inmenging. Volgens jurist en Amerikakenner Kenneth Manusama is het doel van deze inzet minder veiligheid dan controle: “Dit toenemende militaire machtsvertoon past bij een regering die zich met de dag autocratischer opstelt.” Met zichtbaar militair gezag zet het Witte Huis lokale, democratisch gekozen bestuurders onder druk.

Er is ook spanning met fundamentele militaire tradities: Amerikaanse militairen zweren trouw aan de grondwet en niet aan een individuele leider. Analisten zien daarnaast een cultural shift binnen de krijgsmacht: volgens Manusama worden vrouwelijke militairen, transpersonen en medewerkers van kleur vaker weggedrukt om een traditionelere, meer “mannelijke” uitstraling en onvoorwaardelijke loyaliteit aan de president te bevorderen.

Amerikadeskundige Casper Thomas spreekt van een duidelijke politisering: het Witte Huis gebruikt het leger vaker en zichtbaarder om politieke doelen te ondersteunen. Trump houdt vaag wat hij met termen als “vijand van binnenuit” bedoelt, waardoor die aanduiding breed inzetbaar is tegen uiteenlopende tegenstanders. Manusama benoemt mogelijke doelgroepen: wetenschappers, atheïsten, journalisten, democraten en mensen van kleur, en ziet daarbij een streven naar een vorm van wit christelijk nationalisme.

Er is juridisch en maatschappelijk verzet: rechterlijke procedures en lokale protesten hebben op sommige plekken inzet voorkomen, maar grootschalige nationale verontwaardiging blijft uit. Democraten leveren beperkt tegenwicht, mede omdat Republikeinen nog steeds het Congres domineren; enkele gouverneurs, zoals Californië’s Gavin Newsom, verzetten zich zichtbaar. Analisten waarschuwen dat de snelle ingrepen risico’s met zich meebrengen — mogelijk volgens een stappenplan, mogelijk geïmproviseerd — en dat er pogingen lopen om juridische obstakels voor binnenlandse militaire inzet te verkleinen.