Trump bestempelt vier antifacistische groepen uit Europa als 'terroristisch'
In dit artikel:
De Amerikaanse overheid heeft vier Europese activistische groeperingen als terroristische organisaties aangemerkt, meldt het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die beslissing betekent dat Amerikaanse burgers, organisaties en bedrijven geen steun meer mogen geven aan de genoemde groeperingen en dat hun eventuele tegoeden in de VS worden bevroren.
Onder de aangewezen groepen bevindt zich het Duitse Antifa Ost; de Amerikaanse verklaring verwijst naar aanslagen op personen die de groep als extreemrechts bestempelde en noemt onder meer de gewelddadige confrontaties tijdens een demonstratie in Boedapest in 2023. Daarnaast zijn een Italiaanse groepering en twee Griekse anarchistische organisaties op de lijst geplaatst. Washington wijst speciaal de Griekse Revolutionary Class Self-Defense aan als dader van twee bomincidenten bij treinstations in 2024 en een aanslag op het Griekse ministerie van Arbeid in 2025. Volgens de VS volgen deze organisaties anarchistische of marxistische ideologieën die gebruikt worden om zowel binnenlandse als buitenlandse geweldsacties te rechtvaardigen.
De maatregel sluit aan bij beleid van president Trump om zogenoemde antifascistische netwerken aan te pakken; minister Rubio zegt dat de bestempeling past in die strategie. Trump tekende vorig jaar al een decreet om Antifa als binnenlandse terreurorganisatie te willen aanwijzen, maar er ontbreekt in de VS een wet om zulke binnenlandse groepen formeler te verbieden.
De stap heeft ook Europese implicaties: Hongarije voegde zich eerder bij het labelen van Antifa, terwijl in Nederland recente Kamerdebatten over een vergelijkbare aanduiding leidden tot kritiek vanuit voormalig AIVD-personeel dat de beweging vandaag veel kleiner en minder georganiseerd is dan vroeger.