Trump begint nieuw hoofdstuk met Syrië
In dit artikel:
De Syrische president Al-Sharaa bezoekt maandag het Witte Huis, een ongekende stap: nooit eerder ontving een Syrische president zo’n officieel bezoek in Washington. Eerder dit jaar was hij al in de VS voor de Algemene Vergadering van de VN in New York en ontmoette hij prominenten als Ronald Lauder en David Petraeus — die zich naar eigen zeggen “een fan” van hem noemde. Ook troffen Trump en Al-Sharaa elkaar al eerder in Riyad.
Afgelopen vrijdag schrapten de Amerikanen Al-Sharaa plots van hun terroristenlijst. Jarenlang stond hij als voormalige leider van HTS met een beloning van 10 miljoen dollar op de lijst; volgens het artikel zou hij rond 2005 in Irak gevangen gezeten hebben en zouden er al langer geruchten circuleren dat de CIA hem later zou hebben gerekruteerd. Bewijzen daarvoor ontbreken, maar zijn recente contacten met Westerse machthebbers voeden in Syrië het beeld dat hij nauw met de VS samenwerkt.
Beide partijen zoeken voordeel: Trump wil Syrië tot de landen rekenen die tegen Islamitische Staat strijden en hoopt op normalisatie met Israël als volgende stap in zijn Midden-Oostenbeleid. De Syrische regering kondigde zaterdag een “grootschalige veiligheidsoperatie” aan om IS-cellen op te sporen. Al-Sharaa daarentegen hoopt op Amerikaanse hulp bij de wederopbouw; na veertien jaar oorlog rekent de Wereldbank op honderden miljarden voor herstel.
Tegelijk klinkt kritische twijfel: waarnemers vinden het mogelijk te vroeg om Al-Sharaa zo prominent te steunen. Hij heeft naar verluidt weinig grip op de uiteenlopende jihadistische groeperingen in Syrië, wat het afgelopen jaar leidde tot bloedige aanvallen op alawieten, druzen en zorgen onder christelijke gemeenschappen — onder meer na een dodelijke bomaanslag in een kerk in Damascus in juni. De bijna kritiekloze Amerikaanse toenadering vergroot volgens sommigen juist de onrust in delen van Syrië.