Trompettist Ibrahim Maalouf speelde met een jaar vertraging eindelijk zijn concert in Beiroet: 'Ik heb hier niet gewoond, maar de oorlog wel meegemaakt'
In dit artikel:
Ibrahim Maalouf gaf afgelopen weekend een uitgesteld concert in de hippodroom van Beiroet, als hoofdact van een driedaags festival ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Francofone krant L’Orient Le Jour. De Frans-Libanese trompettist bracht werk van zijn meest recente album Trumpets of Michel-Ange en vroeg het publiek bewust even vrolijk te zijn, ondanks de voortdurende onrust in Libanon en het bloedige verloop van het conflict in Gaza, dat nog geen 300 kilometer verderop woedt — omstandigheden die het optreden onlosmakelijk kleuren.
Het concert was een jaar uitgesteld nadat een eerdere datum moest worden afgezegd wegens escalatie van oorlogsgeweld. Maalouf benadrukte tijdens de soundcheck dat hij zelden in Libanon optreedt en dat zijn eigen, instrumentale composities in de lokale muziekscene meer een niche vormen dan zanggeoriënteerde popacts. Toch geniet hij internationaal een groot publiek en speelde hij het afgelopen jaar ook onder meer op North Sea Jazz in Nederland.
Trumpets of Michel-Ange is een conceptplaat rond een huwelijk, met wisselende sferen van feestelijk tot teder en introspectief. Muzikaal laat het album Maaloufs gebruikelijke mengeling van invloeden uit verschillende werelddelen zien; de videoclip van ‘The Proposal’ werd eerder in Oeganda opgenomen. Op het podium stonden onder anderen de Amerikaanse bassist Endea Owens, de Iraanse artieste Golshiteh Farahani en Malinese muzikanten Toumani Diabaté (postuum) en diens zoon Sidiki. Tijdens enkele stukken trad ook danseres Hafsatou Saindou aan.
Een centrale achtergrond van het project is Maaloufs familieband met de trompet: zijn vader, Nassim Maalouf, emigreerde eind jaren zestig vanuit Beiroet naar Parijs, studeerde aan het conservatorium en ontwikkelde daar een trompet met een vierde ventiel waarmee kwarttonen mogelijk werden — een klankkleur die sterk aan Arabische muziek refereert. Ibrahim typeert zijn vader als het artistieke genie achter die uitvinding en noemt het instrument vaak ‘de Arabische trompet’. Historisch kreeg dat label weinig navolging; buiten een klein aantal musici is het instrument niet doorgebroken. Maalouf suggereert dat vooroordelen over de term ‘Arabisch’ daar deels debet aan zijn geweest.
Om de trompet van zijn vader toch breder bekend te maken, liet Maalouf recent modellen in serie produceren onder de naam Trumpets Of Michel-Ange en startte hij een academie waarin hij soms gratis lesgeeft. Hij nodigt spelers die het instrument beheersen uit om mee te spelen tijdens zijn concerten; meer dan 500 hiervan traden al met hem op. Maalouf ziet dit als het begin van een beweging en hoopt dat de instrumenttraditie over decennia verder groeit.
Artistiek kiest hij bewust afstand van commerciële trends en ingewikkelde elektronica; Trumpets of Michel-Ange moet volgens hem dicht bij zijn eigen geluid en dat van zijn muzikale kring blijven — een vrijheid die hij pas na bijna dertig jaar carrière echt voelt.