Trolleynet als mega-stekkerdoos: 'Laadstrategie Bouwen en Logistiek'
In dit artikel:
Arnhem wil bouw- en wegwerkzaamheden grotendeels zero-emissie maken door mobiele, hoogvermogen-laadpunten aan het bestaande trolleynet te koppelen. Het college heeft de 'Laadstrategie Bouwen en Logistiek' vastgesteld: aan de helft van de ruim 4.000 trolleymasten kunnen tijdelijk industriële laadstations worden geplaatst. Die flexibiliteit levert volgens de gemeente in de praktijk zo’n duizend laadpunten verspreid door de stad op.
Doel is dat de komende jaren — volgend jaar staan naar verwachting 10–15 grote projecten gepland — graafmachines, bouwkranen en elektrische vrachtwagens ’s nachts opgeladen worden aan het trolleynet, dat als een soort tweede stroomnet fungeert en ’s nachts nauwelijks benut wordt. Voor werkdagen biedt de strategie de mogelijkheid om grote batterijen te laden zodat overdag continu schoon gewerkt kan worden. Laadunits zijn tijdelijk: na afloop van een klus worden ze verplaatst naar een volgende locatie.
De gemeente is eigenaar van het trolleynet en werkt nauw samen met Transdev (het busvervoer gaat verder onder de naam RRReis). Belangrijk uitgangspunt is dat de inzet van de laadpunten het openbaar vervoer niet mag hinderen; trolleys moeten voldoende kunnen blijven laden om op schema te rijden. Transdev en lokale partners, waaronder mkb’ers en studenten, zijn betrokken bij de uitvoering en innovatie.
Arnhem onderzoekt daarnaast vaste industriële laadpleinen en de inzet van bestaande snellaadpunten van derden om het netwerk aan te vullen. Verwachte voordelen zijn schonere lucht, minder geluidshinder en een oplossing voor de capaciteitsproblemen van het reguliere elektriciteitsnet bij het opladen van zwaar materieel.