Trend nachtvlinders laatste 10 jaar stabiel

In dit artikel:

Tussen 2014 en 2024 is in Nederland het totaalgewicht van 719 goed herkenbare macro-nachtvlinders nagenoeg gelijk gebleven, terwijl het totale aantal licht is toegenomen. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS en De Vlinderstichting, gebaseerd op metingen van bijna 3.000 lichtvallen waarop vrijwilligers nachtvlinders tellen. De toename betreft vooral kleinere, veelvoorkomende soorten; grotere en zeldzamere soorten laten juist een lichte afname zien.

Van 90 gangbare soorten is de gemiddelde trend sinds 2014 licht stijgend, maar enkele zwaarwegende grotere soorten — zoals de huismoeder en de zwarte-c-uil — nemen in aantal af. Minder algemene soorten (bijv. perzikkruiduil, lindepijlstaart) vertonen vaker dalingen, wat aansluit bij hun grotere gevoeligheid voor veranderende leefomstandigheden door intensief landgebruik en klimaatverandering.

Omdat de meeste meetpunten in stedelijk en agrarisch gebied liggen, zijn trends voor deze landschappen en voor bossen op zandgrond apart berekend: kenmerkende soorten van landbouw en stad blijven grotendeels stabiel, terwijl in zandbossen na 2020 aantallen teruglopen—mogelijk door verdroging en verzuring die voedselplanten verminderen. Wereldwijd gerapporteerde insectbiomassa-afnames sinds de jaren negentig en eerdere Nederlandse dalingen in twee langdurig bestudeerde natuurgebieden (vóór 2019) zijn in deze kortere en breed gespreide dataset niet terug te zien. De resultaten benadrukken het belang van blijvende, brede monitoring en gebiedsspecifieke natuurmaatregelen.