Trekt westnijlvirus richting Nederland? Het KNMI-scenario is eigenlijk al realiteit

vrijdag, 12 december 2025 (10:21) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Het KNMI waarschuwt dat het risico op klimaatgeïnduceerde weerextremen toeneemt en presenteert in het rapport Een extreem rapport negen mogelijke weerscenario’s voor Nederland. De studie, opgesteld samen met verschillende partners, geeft een beeld van hoe hitte, stormen, ziekten en andere extreme omstandigheden zich in een warmer klimaat kunnen manifesteren, welke maatschappelijke gevolgen ze kunnen hebben en welke maatregelen de schade kunnen beperken.

Een concreet en scherp beschreven geval is het scenario waarin de ex-orkaan Kirk — die in oktober 2024 de Franse kust trof — in plaats daarvan over Nederland trekt. In zo’n variant zouden windstoten tot circa 180 km/uur mogelijk zijn, met schade aan gebouwen die gemakkelijk in de miljarden euro’s kan lopen. De onderzoekers wijzen erop dat oceaantemperatuurstijgingen orkanen extra kracht geven; volgens berekeningen lopen de kosten met elke graad zee-opwarming met miljarden omhoog.

Een ander uitgewerkt scenario betreft de opkomst van het westnijlvirus in Nederland, overgedragen door de gewone huissteekmug. De kans op verspreiding neemt toe met hogere gemiddelde temperaturen: wanneer jaargemiddelden of frequente zomers van 20–26 °C vaker voorkomen, vermenigvuldigt het virus zich makkelijker in muggen en kunnen mugpopulaties noordwaarts uitbreiden. Vogels blijven daarbij een cruciale rol als schakel tussen muggen en nieuwe infecties. KNMI-onderzoeker Maarten Boonekamp benadrukt dat deze ontwikkeling primair een gevolg is van opwarming, en niet per se van één specifieke hittegolf. Hoewel de individuele kans op besmetting momenteel klein is en de meeste infecties mild verlopen, ontbreken nog vaccins en antivirale middelen, waardoor systematische monitoring van uitbraken belangrijk blijft.

Het rapport heeft als doel beleidsmakers en maatschappij inzicht te geven in plausibele, ingrijpende weerssituaties die nog niet hebben plaatsgevonden maar door klimaatverandering waarschijnlijker worden, en ondersteunt daarmee voorbereiding, aanpassing en mitigatie om toekomstige schade te beperken.