Trage Javaan moest tot grotere activiteit worden aangespoord

vrijdag, 5 december 2025 (20:07) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Remco Ensel, verbonden aan de Radboud Universiteit en het NIOD, beschrijft in Kennis die knecht hoe wetenschapsbeoefening in de koloniale periode was doordrenkt van vooroordelen en politieke belangen. Hij plaatst figuren als de Pruisische ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt en de Nederlands-Indische econoom Julius Boeke centraal om te laten zien hoe kennis de koloniën zowel diende als ondermijnde.

In de negentiende eeuw sprak Humboldt zich uit voor het vernietigen van bananenplantages omdat dat volgens hem de inheemse bevolking te veel gemak bood en zo “lui” zou houden. Dergelijke denkkaders zetten door in academische kringen: Boeke, afkomstig uit een doopsgezind milieu en actief in het volkskredietwezen in Nederlands-Indië, zag het als zijn taak om de inlanders economisch te “moderniseren”. Met de oprichting van volkskredietbanken probeerde het koloniale bestuur woekeraars te bestrijden en welvaart te stimuleren; later werd Boeke hoogleraar in Batavia.

Ensel schetst ook institutionele tegenstellingen: in Leiden stond de ethische politiek centraal, terwijl in Utrecht vaak werd beweerd dat Nederlands ondernemerschap het koloniale bestuur rechtens legitimeerde. Na de onafhankelijkheid verschoof de interesse richting de Koude Oorlog: Amerikaanse onderzoekers wilden weten hoe modernisering tot kapitalisme kon leiden. De Amerikaanse antropoloog Clifford Geertz werkte in Nederland vanaf 1952 met het beschikbare koloniaal onderzoek, en decennia later kreeg ook de in Indonesië werkzame antropologe Ann Dunham (moeder van Barack Obama) hernieuwde aandacht toen een redactie van haar proefschrift verscheen.

Ensel concludeert dat koloniale deskundigen vaak weinig begrip hadden voor samenlevingsvormen die primair op overleven waren gericht, maar hij erkent ook dat sommige wetenschappers—zoals Boeke—oprecht trachtten de positie van de autochtone bevolking te verbeteren, zij het vanuit de veronderstelling dat langdurig koloniaal bestuur noodzakelijk bleef.