TOTALE AFGANG: Wiersma (BBB) buigt voor het kartel, mestplan definitief in prullenbak! Boeren in de steek gelaten
In dit artikel:
De ministerraad heeft vandaag het mestplan van landbouwminister Femke Wiersma (BBB) definitief afgewezen. Het voorstel zou boeren onder voorwaarden meer mestgebruik toestaan op percelen met voldoende waterkwaliteit; het had per 1 januari moeten ingaan en vier jaar moeten gelden, maar is nu van de baan.
De Tweede Kamer had de demissionaire minister gisteren al op de vingers getikt en riep op tot terughoudendheid. Gisteravond nam de Kamer bovendien een motie van ChristenUnie-Kamerlid Maarten van den Grinwis aan die de regering beval geen onomkeerbare stappen te zetten en dit onderwerp aan een volgend kabinet over te laten. Binnen het kabinet zelf liepen de meningen hoog op: Wiersma kreeg tegenstand van collega’s, waaronder haar partijgenoot minister Tieman, en ook VVD-bewindslieden maakten zich zorgen over mogelijke verslechtering van de waterkwaliteit. Die interne verdeeldheid speelde een doorslaggevende rol bij de afwijzing.
Voor boeren en de BoerBurgerBeweging heeft dit ingrijpende gevolgen. Zonder het aangepaste mestregime blijft de geplande afbouw van de derogatie — de uitzondering die sommige bedrijven extra mestruimte geeft — van kracht, en blijven de huidige beperkingen gelden. Critici waarschuwen dat dat voor sommige bedrijven faillissementen kan betekenen; voor veel kiezers was juist die verlichting een hoofdreden om op de BBB te stemmen.
Wiersma erkent de nederlaag maar blijft in functie. Ze verklaarde dat ze niet zal opstappen en noemde zichzelf geen “wegloper”. Tegenstanders en politieke commentatoren zien dit als illustratie van hoe protestpartijen in coalitieverband hun profiel kunnen verliezen: promises aan kiezers botsen met bestuurlijke realiteit en interne coalitiedruk.
Kortom: het mestplan is gestrand door combinatie van Kamerdruk, een aangenomen motie die terughoudendheid eist, en kabinetsonenigheid. De beslissing houdt de huidige mestregels en de afbouw van uitzonderingen in stand, met financiële en bedrijfseconomische risico’s voor getroffen agrarische ondernemers. De zaak laat ook de kwetsbaarheid zien van nieuwe partijen in de dagelijkse politieke praktijk van Den Haag.