Tot 2.352 jaar cel geëist tegen burgemeester Istanboel voor fraude en corruptie
In dit artikel:
De aanklager in Istanboel eist gevangenisstraffen van in totaal 828 tot 2.352 jaar tegen Ekrem Imamoglu, de burgemeester van Turkije's grootste stad, en 401 medeverdachten. Imamoglu — prominent lid van de oppositiepartij CHP — zit sinds maart vast; de formaliteiten rond de beschuldigingen waren tot nu toe onduidelijk. In een 3.900 pagina's tellende aanklacht beweert aanklager Akin Gürlek 142 overtredingen te hebben vastgesteld, variërend van valsheid in geschrifte, corruptie en afpersing tot het vormen van een criminele organisatie waarbij Imamoglu als leider wordt aangeduid. Over het concrete bewijsmateriaal is in de aanklacht weinig duidelijkheid, en de oppositie bestempelt de zaak als politiek gemotiveerd.
De vermeende misstanden zouden zich over een periode van tien jaar hebben voorgedaan; Imamoglu werd in 2019 burgemeester van Istanboel en was daarvoor deelgemeentebestuurder. Aanklager Gürlek ligt al langer onder vuur bij de oppositie, die hem beschouwt als een instrument om tegenstanders uit te schakelen — CHP-leider Özgür Özel noemde hem eerder een "mobiele guillotine". Lokale CHP-bestuurders noemen de aanklacht juridisch zwak en retorisch afgestemd op de regeringspartij AKP.
Analisten en critici zien het optreden tegen Imamoglu in de bredere context van druk op de CHP sinds de lokale verkiezingen van 2024: er zijn al pogingen geweest om een partijcongres ongeldig te verklaren en de autoriteiten hebben het hof van cassatie gevraagd te onderzoeken of de CHP verboden moet worden wegens vermeende grondwetschendingen. Tegenstanders vrezen dat deze juridische stappen bedoeld zijn om de grootste oppositiepartij en haar meest zichtbare kopman vóór de volgende presidentsverkiezingen in 2028 te verzwakken.