Top 3: struiken voor vogeltuintjes

maandag, 13 oktober 2025 (20:17) - Vogelbescherming

In dit artikel:

Struiken geven ook kleine tuinen direct meer kleur, geur en leven: ze wisselen door de seizoenen van gedaante (bloem, bes, blad) en trekken telkens andere insecten en daarmee specifieke vogels. Een paar struiken planten verandert een tuin duurzaam: ze bieden voedsel, schuilplek en nestgelegenheid.

Struikklimop (de niet-klimmende, struikachtige variant van gewone klimop) bloeit juist in de nazomer en herfst—ongewoon van september tot december—en is een magnifieke insecten- en vlinderlokker. Hij is wintergroen, goed snoeibaar, herstelt snel en draagt in de winter zwarte bessen die houtduif, huismus en spreeuw voeden. In het voorjaar gebruiken merels de dichte bladeren vaak als nestplaats.

Vuurdoorn levert in mei–juni een wolk van crèmewitte bloemen waar honingbijen, wilde bijen, zweefvliegen, vlinders en hommels op afkomen; in het najaar verschijnen honderden diep-oranje bessen tussen stekelige takken. Die combinatie van voedsel en doornen biedt vogels zoals mezen, vinken, kramsvogels en koperwieken veilige foerageerplekken. Vuurdoorn groeit het liefst in de zon en is geschikt als haag, losse struik of langs een muur.

Meidoorn, een klassieke Nederlandse struik, heeft zomerse, zoetgeurende witte bloemen die veel insecten aantrekken en doornige takken die vogels als zwartkop en roodborst beschermen en uitnodigen te nestelen. Na de bloei blijven bessen beschikbaar voor merel, spreeuw en zanglijster in de winter. Jaarlijks snoeien in het najaar houdt hem klein en tuinvriendelijk.

Kort advies: kies één of meerdere van deze struiken voor seizoenslange nectarbronnen, wintervoedsel en veilige nestplaatsen—samen verhogen ze biodiversiteit zelfs in de kleinste tuin.